Minister Knops van Binnenlandse Zaken is tegen collectieve uitzettingen van Venezolaanse migranten, maar zegt dat dat niet gebeurt als Curaçao de aangepaste procedure voor bescherming op grond van artikel 3 EVRM correct naleeft.
De bewindsman zegt daar geen aanwijzingen voor te hebben, maar beroept zich op rapportage van de Curaçaose overheid zelf. De uitvoering van het migratiebeleid is volgens Knops een aangelegenheid van Curaçao zelf en daarom niet een zaak van Nederland.
Geen toezicht
De Nederlandse regering houdt geen toezicht op de naleving van internationale verplichtingen door Curaçao. Volgens Knops is dat aan de rechterlijke macht om te toetsen in hoeverre de aangepaste procedure correct door de autoriteiten van Curaçao wordt nagevolgd en uitgevoerd.
De individuele onderzoeken voor individuele uitzettingen worden niet uitgevoerd volgens vreemdelingenadvocaten op Curaçao. De Venezolanen krijgen volgens hen direct een verwijderingsbeschikking in het Nederlands zonder zorgvuldige toetsing.
SDKK bewaring
De autoriteiten van Curaçao hebben Knops laten weten dat sinds het begin van 2019 tot en met 17 december er bij 523 personen de maatregel vreemdelingenbewaring is opgelegd en dat er op 16 december 2019 58 personen in de vreemdelingenbewaring bij het SDKK verbleven.
Sinds Curaçao in juli 2019 een nieuwe procedure hanteert hebben 26 personen een beroep gedaan op bescherming op grond van artikel 3 EVRM. Die aanvragen zijn nog in behandeling. In de laatste drie maanden van 2019 zijn er 117 vreemdelingen door Curaçao uitgezet naar Venezuela.