Curaçao rekent op lening van 540 miljoen uit Nederland

Curaçao rekent op lening van 540 miljoen uit Nederland

Willemstad – Vooruitlopend op een akkoord met Nederland heeft de regering van Curaçao alvast 540 miljoen aan nieuwe leningen ingeboekt. Dat blijkt uit de reactie van het College financieel toezicht op de uitvoeringsrapportage over het tweede kwartaal.

Het Cft wijst minister van Financiën Gijsbertha erop dat het verkrijgen van een nieuwe lening allerminst zeker is. Er is nog niet voldaan aan de voorwaarden van de vorige lening en vooralsnog is het kabinet-Rhuggenaath niet teruggekomen op zijn eerdere afwijzing van de aan de nieuwe lening verbonden voorwaarden.

Schuld opgelopen tot 3,1 miljard

Uit de cijfers over de eerste zes maanden blijkt dat Curaçao afkoerst op een tekort van 687 miljoen gulden over heel 2020. De overheidsschuld is inmiddels opgelopen tot 3,1 miljard gulden. Het land heeft een negatief eigen vermogen dat naar nu blijkt vorig jaar als is opgelopen tot 377 miljoen.

Het Cft raadt de regering af de voor de tweede helft van het jaar geplande investeringen (259 miljoen) ter heroverwegen. In de narrig getoonzette brief uit het college zich kritisch over het niet nakomen van afspraken en het niet overleggen van documenten. Hieronder de gehele brief.

Brief Cft aan regering Curaçao

,,Ingevolge artikel 18 lid 1 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) zendt de Raad van Ministers (RvM) uiterlijk zes weken na afloop van ieder kwartaal de uitvoeringsrapportage (UR) over het betreffende kwartaal aan het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en aan de Staten. Op 13 augustus jl. heeft het Cft de UR over het tweede kwartaal van 2020 tijdig ontvangen. Met dit schrijven ontvangt u de reactie van het Cft op deze UR. Een afschrift wordt aan de Staten van Curaçao en de minister-president van Curaçao verstuurd.

Toetsingskader

Ten aanzien van het toetsingskader geldt de Rft aangevuld met de aanwijzing die de Rijksministerraad (RMR) op 12 juli 2019 heeft gegeven aan het bestuur van Curaçao, met dien verstande dat de RMR op 27 maart jl. op basis van artikel 25 lid 1 van de Rft heeft ingestemd met een afwijking van de normen zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de Rft. Over de mate waarin van deze normen kan worden afgeweken heeft het Cft op 24 juni jl. geadviseerd. Besluitvorming door de RMR hierover moet nog plaatsvinden.

Oordeel

De UR toont aan het eind van juni een tekort op de gewone dienst van ANG 186 miljoen. De UR geeft weer dat het tekort aan het eind van het jaar zal oplopen naar ANG 687 miljoen. De hoogte van het te verwachten tekort in 2020 is vanwege het onzekere verloop van de crisis en aanpak daarvan lastig in te schatten. Ramingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) geven hiervoor wel richting.

Op basis van de juni-ramingen van het IMF is de verwachte belastingopbrengst in 2020 plausibel. Voor de tweede helft van het jaar is beperkt rekening gehouden met extra uitgaven in de categorieën ‘subsidies en overdrachten’ en ‘sociale zekerheid’, die vanuit het aanhouden van de crisis onoverkomelijk lijken. Een deel van deze extra uitgaven zullen uit besparingen moeten worden bekostigd. Het resultaat kan verder verslechteren door mogelijke liquiditeitsproblemen bij overheidsentiteiten. Het Cft adviseert ten aanzien van de risico’s bij de overheidsentiteiten een grondige analyse uit te voeren. Ook wil het Cft nader geïnformeerd worden over de oplossingsrichtingen bij het Girobank dossier en de gevolgen daarvan voor de (meerjarige) begroting van het land.

Voor wat betreft de kapitaaldienst blijkt uit de UR dat Curaçao verwacht in de tweede helft van het jaar nog ANG 540 miljoen aan leningen te ontvangen. Dit is inclusief ANG 100 miljoen voor herfinanciering van de in oktober 2020 aflopende bulletlening. Het is het Cft niet bekend dat er al overeenstemming zou bestaan tussen Nederland en Curaçao over de herfinanciering van deze lening. Tot en met juni is door Curaçao voor ANG 10 miljoen geïnvesteerd. Curaçao verwacht over heel 2020 ANG 269 miljoen aan investeringen te doen. Zoals ook aangegeven in het advies bij de derde tranche liquiditeitssteun adviseert het Cft aan Curaçao alleen kapitaalinvesteringen toe te staan die noodzakelijke vervangingsinvesteringen met hoge urgentie betreffen en deze ter beoordeling voor te leggen aan het Cft in het kader van de vierde tranche liquiditeitssteun. Dit betekent dat het in de UR begrote bedrag aan investeringen niet meer realistisch is en naar beneden dient te worden bijgesteld.

In zijn reactie op de eerste UR 2020 oordeelde het Cft dat er te weinig voortgang was geboekt op een aantal belangrijke onderwerpen zoals financieel beheer en inzicht in de kosten van het ziekenhuis. Het Cft vroeg u, ondanks de moeilijke situatie, om deze belangrijke onderwerpen niet verder vooruit te schuiven en op deze onderwerpen voortgang te realiseren. Het Cft ziet deze voortgang echter nog steeds niet. Zo zijn de jaarrekeningen van 2016, 2017 en 2018 nog steeds niet vastgesteld, is de geoptimaliseerde businesscase en de second opinion van de businesscase van het Curaçao Medical Center (CMC) daarop nog steeds niet afgerond en is er geen duidelijkheid gegeven over aanvullende maatregelen in de zorg en de sociale fondsen en in de exploitatie van het ziekenhuis. Dit klemt des te meer omdat er reeds in oktober 2018 afspraken zijn gemaakt over besparingen, die de hogere exploitatielasten van het nieuwe ziekenhuis moeten compenseren. Dit ook om een verdere verhoging van de zorgrekening voor burgers te voorkomen. Voorts zijn maatregelen zoals de beperking van de Carensdagen nog niet geïmplementeerd, ondanks eerdere afspraken dat deze per 1 januari jl. zou zijn ingevoerd.

Uit de UR blijkt een toegenomen tekort op de gewone dienst in 2019 van ANG 44 miljoen (was ANG 30 miljoen in de eerste UR). Het Cft maakt nadrukkelijk een voorbehoud bij de omvang van dit tekort. Er worden in 2019 twee directe mutaties op het eigen vermogen verantwoord, waardoor het eigen vermogen van het land met ANG 218 miljoen afneemt.

Het reeds negatieve eigen vermogen van het land zou daardoor ultimo 2019 uitkomen op ANG 377 miljoen negatief. Het Cft gaat ervan uit dat deze twee directe mutaties samenhangen met eerdere vragen die het stelde over de boekwaarde van de aandelen in PSB Bank die in 2020 voor ANG 1 zijn verkocht aan APC Bank N.V. en het verschil tussen de boekhouding van het land en die van Bureau Telecommunicatie en Post (BTP) betreffende de vordering van het land op BTP. Het Cft wijst u erop dat de overdracht van de aandelen van de PSB Bank aan APC Bank N.V. niet tijdig aan het Cft is voorgelegd. Het Cft laat op dit moment extern advies inwinnen over de waardering van de aandelen van Curacao in PSB Bank N.V. en zal u nog berichten over de gevolgen voor de begroting van de verkoop van deze aandelen. Het Cft zet op dit moment nadrukkelijk vraagtekens bij de omvangrijke afboekingen van het eigen vermogen en verwacht binnen veertien dagen nader door u te worden geïnformeerd over de onderbouwing van alle afboekingen inclusief bewijsvoering. Het Cft zal na ontvangst van deze informatie zijn oordeel vormen en bezien of verantwoording op de gewone dienst aan de orde is.

Gewone dienst 2020

• Curaçao verwacht eind 2020 op een tekort uit te komen van ANG 687 miljoen. Hierbij wordt gerekend met belastingbaten van ANG 1.164 miljoen.

• Voor de tweede helft van het jaar lijkt beperkt rekening te zijn gehouden met extra uitgaven in de categorieën ‘subsidies en overdrachten’ en ‘sociale zekerheid’. Door het aanhouden van de crisis is het waarschijnlijk dat Curaçao in de tweede helft van 2020 geconfronteerd wordt met verhoogde uitgaven. Overigens dient de beloning van personeel en subsidies aan overheidsentiteiten nog aangepast te worden aan de afgesproken korting van de arbeidsvoorwaarden per 1 juli jl. Ook hierdoor kan het resultaat nog wijzigen.

Kapitaaldienst

• Tot en met juni heeft Curaçao ANG 10 miljoen geïnvesteerd. Over heel 2020 verwacht Curaçao ANG 269 miljoen aan investeringen. Voor reguliere kapitaaluitgaven moet terughoudendheid het uitgangspunt zijn. Noodzakelijke vervangingsinvesteringen met een hoge urgentie zouden wel in aanmerking moeten kunnen komen voor een lening. Het Cft stelt voor dat Curaçao dergelijke investeringen opneemt in zijn liquiditeitsprognose voor een vierde tranche liquiditeitssteun zodat het Cft deze kan beoordelen. Alle overige investeringen dienen integraal onderdeel te vormen van de hervormingsagenda.

• In de businesscase van het CMC staat dat vanaf 2020 circa ANG 20 miljoen per jaar moet worden afgelost aan Curaçao. Deze ontvangsten zijn echter niet in de kapitaaldienst terug te vinden.

• Curaçao veronderstelt in de tweede helft van het jaar nog ANG 540 miljoen aan leningen te ontvangen (inclusief ANG 100 miljoen herfinanciering van de aflopende bulletlening). Of en in welke mate deze leningen ook daadwerkelijk zullen worden verstrekt is onzeker.

Financieel beheer

De UR bevat een uitgebreid verslag van de voortgang van financieel beheer projecten. Hieruit blijkt dat op de nodige punten sprake is van voortgang, maar ook dat er vertraging in de uitvoering van projecten is opgetreden. Er wordt bijgestuurd door middel van nieuwe strategieën, trekkers en door extra ondersteuning door de Stichting Overheidsaccountantsbureau Curaçao. Het Cft adviseert Curaçao om in het gesprek met Nederland tot ondersteuning te komen bij de verdere uitvoering van de Roadmap.

Risico’s overheidsentiteiten

Om de continuïteit van vitale nutsfuncties te kunnen garanderen is het van belang dat er inzicht is in de financiële posities van de overheidsentiteiten die deze functies uitvoeren. De UR bevat hier onvoldoende informatie over. Het Cft adviseert om tot een risicoanalyse te komen die duidelijk maakt welke risico’s bij welke overheidsentiteiten spelen, hoe deze worden aangepakt en wat daarvan de (mogelijke) concrete gevolgen zijn voor de begroting.

Ontwikkeling eigen vermogen 2019

Uit de UR blijkt dat het eigen vermogen van het land in 2019 met ANG 218 miljoen daalt, van negatief ANG 159 miljoen naar negatief ANG 377 miljoen. Naast dat het begrotingstekort in 2019 is opgelopen tot ANG 44 miljoen (was in de eerste UR 2020 ANG 30 miljoen), zijn er voor zover na te gaan twee directe mutaties op het eigen vermogen verantwoord:

• Voor ANG 33 miljoen wegens “herwaardering van deelnemingen” (verlies vanwege verkoop aandelen PSB Bank voor ANG 1 aan APC Bank N.V. op 28 mei 2020). Het Cft wijst u erop dat de overdracht van de aandelen van de PSB Bank aan APC Bank N.V. niet tijdig aan hem is voorgelegd. Het Cft laat op dit moment extern advies inwinnen over de wijze waarop deze overdracht dient te worden verwerkt in de jaarrekening van het land.

• Voor ANG 141 miljoen wegens “sanering van vlottende activa en passiva”. Eerder heeft het Cft vragen gesteld over de boekhouding van het land en die van BTP betreffende de vordering van het land op BTP die onderdeel lijkt te zijn van deze mutaties. Deze afboeking op het eigen vermogen is niet toegelicht en het Cft plaatst hier dan ook nadrukkelijk vraagtekens bij. Gelet op de omvang van deze afboeking verwacht het Cft binnen veertien dagen nader door u te worden geïnformeerd met uitgebreide toelichting en onderliggende bewijsvoering. Het Cft zal na ontvangst van deze informatie zijn oordeel vormen en bezien of verantwoording op de gewone dienst aan de orde kan zijn.

Ook over de andere mutaties wil het Cft binnen twee weken geïnformeerd worden. Het Cft zal na ontvangst van deze informatie ook voor deze mutaties zijn oordeel vormen en bezien of verantwoording op de gewone dienst aan de orde kan zijn.

Begrotingswijziging

Op 16 april jl. heeft het Cft een ontwerp begrotingswijziging (BW) ontvangen met het verzoek om hierbij te adviseren op basis van artikel 11 van de Rft. Deze BW is tot op heden niet goedgekeurd door de Staten, waardoor de op 30 december 2019 vastgestelde begroting voor het dienstjaar 2020 nog steeds formeel van kracht is. Deze begroting geeft geen goede weergave van de huidige realiteit en dat belemmert de Staten in het uitoefenen van het budgetrecht. De prognose in de UR die uitgaat van de begroting na de BW, heeft geen formele basis. Het Cft roept Curaçao op dit te corrigeren door de eerste BW vast te stellen.

Sinds het opstellen van deze BW zijn er verschillende besluiten geweest en hebben er veranderingen plaatsgevonden die ook het opstellen van een tweede BW rechtvaardigen. Voor de financiering van de maatregelen uit het noodpakket zijn in ieder geval in het derde kwartaal aanvullende besparingen nodig en u dient het Cft daarover uiterlijk 1 september a.s. te informeren. Het Cft adviseert u daarom na het vaststellen van de eerste BW ook een tweede BW op te stellen.

Sociale fondsen

Onderdeel van de UR zijn de realisatiecijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De realisatiescijfers laten zien dat er in de maand mei een tekort is van circa ANG 20 miljoen. De lasten bedroegen ANG 442 miljoen, de premie-inkomsten ANG 296 miljoen en de landsbijdrage ANG 127 miljoen. Als gevolg van Covid-19 lijkt het realistisch dat er maandelijkse tekorten zullen blijven bestaan in 2020. Het Cft verzoekt u in kaart te brengen welke gevolgen dit zal hebben voor de wettelijke reserve en het liquiditeitsverloop van de SVB, het schommelfonds en de wettelijke verplichting van het land om het schommelfonds aan te zuiveren indien het negatief wordt. Het Cft wordt hier graag zo spoedig mogelijk over geïnformeerd en verwacht dat updates in de liquiditeitspositie van de SVB onderdeel zijn van de maandrapportages.

Schuld collectieve sector en rentelastnorm De rentelasten blijven onder de rentelastnorm. De schuld van de collectieve sector bedraagt per ultimo tweede kwartaal van 2020 ANG 3.139 miljoen. Dit is inclusief de liquiditeitssteun van ANG 382 miljoen.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven