Den Haag – Het Nationaal Groeifonds staat ook open voor aanvragen uit Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het kabinet heeft voor de komende 5 jaar in totaal 20 miljard euro beschikbaar gesteld voor eenmalige publieke investeringen in kennisontwikkeling, fysieke infrastructuur, en onderzoek, ontwikkeling & innovatie.
Uit één zin in de brief die de ministers Wiebes (Economische Zaken) en Hoekstra (Financiën) vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd kan worden opgemaakt dat projecten in Caribisch Nederland eveneens in aanmerking komen voor een bijdrage uit het fonds: ,,Daarnaast zijn er ook in Caribisch Nederland mogelijkheden om middels gerichte investeringen het verdienvermogen te versterken.”
Het is overigens de vraag in hoeverre vanuit de BES-eilanden aan de voorwaarden kan worden voldaan. Een daarvan is dat het om investeringen moet gaan van minimaal 30 miljoen euro. Zulke bedragen wegzetten lukt waarschijnlijk alleen op Bonaire het oplappen van het gehele wegennet als één project te beschouwen, vergaande verduurzaming van de energieproductie en – wellicht – de beoogde bouw van een nieuwe goederenhaven.
Het plan voor een Nationaal Groeifonds dateert al van voor de coronacrisis. De gevolgen daarvan hebben, aldus het kabinet, nog eens extra duidelijk gemaakt dat welvaart en economische groei niet vanzelfsprekend zijn. ,,Het onderstreept hoe belangrijk het is om in goede tijden buffers op te bouwen zodat er in slechte tijden kan worden geïnvesteerd in plaats van bezuinigd. Daar komen nog andere uitdagingen bij, zoals de vergrijzing, klimaatverandering en een lagere groei van de productiviteit. Om de welvaart de komende 20 tot 30 jaar te behouden en te vergroten, moet de economie harder en anders groeien. Dat is nodig om in de toekomst gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen te kunnen betalen en daarnaast geld over te houden voor de huishoudportemonnee.”
Ondernemers, (mkb-)bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen krijgen een belangrijke rol bij het aandragen van investeringsvoorstellen. Het ministerie dat over een specifiek onderwerp gaat, dient een voorstel vervolgens formeel in. Een onafhankelijke commissie gaat de aanvragen beoordelen.