WILLEMSTAD – De monumenten op Curaçao wekten afgelopen weken veel publieke belangstelling op. Denk aan de sloop van Cinelandia, de aankoop van La Moda de Paris, de toekenning van de Quintastraat 37 aan een wettige erfgename en de instorting van het dak van de Politiepost op de Kleine Berg.
“Het gebouwde erfgoed raakt steeds meer in verval vanwege het gebrekkige beleid van de overheid”, valt op te maken uit de woorden van oud-lid van de Monumentenraad, François van der Hoeven.
Willemstad is al sinds 1997 een UNESCO World Heritage Site. Volgens de cijfers van de Stichting Monumentenzorg telt de binnenstad 743 beschermde monumenten. In totaal zijn er 836 monumenten op Curaçao en Klein Curaçao. Inclusief archeologische monumenten zijn dat er 860. Er staan nog zo’n honderd panden in de stad op de nominatie om gerestaureerd te worden. Elk jaar vergaan er drie tot vijf van dit soort monumenten.
Geen beslissingen
Eén van die monumenten is de voormalige Politiepost Kleine Berg in Bandabou. Volgens Van der Hoeven heeft de politiepost in de twintigste eeuw jarenlang dienst gedaan. De Monumentenraad is het adviesorgaan dat over het behoud van beschermde monumenten op Curaçao gaat. “De politiepost is bij vele oudere Bandaboudistas bekend. Het heeft een bloemrijk verleden”, zegt van der Hoeven.
De voormalige politiepost is eigendom van de overheid. Maar die zouden het pand niet goed onderhouden. Volgens van der Hoeven bezocht de Monumentenraad het gebouw een tijd geleden. “We namen foto’s en adviseerden de overheid over de gebrekkige staat. Daar is weer niks mee gedaan en nu is het dak ingestort”, zegt van der Hoeven.
“Er was belangstelling vanuit particulieren om het pand te kopen. Dat was natuurlijk niet ideaal want dan zou het een commerciële ruimte of woning zijn geworden. Maar dat is altijd beter dan sloop of een ruïne”, stelt van der Hoeven. “Alleen kon de overheid opnieuw geen beslissing nemen.”
De overheid roept volgens Van der Hoeven regelmatig de eigenaren van monumenten op om die goed te onderhouden. “Als dat niet gebeurt kan diezelfde overheid maatregelen treffen. Maar niemand kan de overheid straffen als deze zich niet aan eigen regels houdt”, stelt het oud-lid van de Monumentenraad.
Volgens van der Hoeven ging het fout in 2010, nadat Curaçao een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden werd. “Vroeger was er een controleorgaan van de overheid. Het Monumentenbureau had deskundigen in dienst die toezicht hielden op de beschermde gebouwen. Maar dat monumentenbureau werd in 2010 afgeschaft. En nu zorgt de overheid alleen nog marginaal voor haar monumenten”, aldus van der Hoeven.
De Monumentenraad mag wel advies geven, maar de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning van Curaçao moet de uiteindelijke beslissing nemen. “Er worden vaak geen beslissingen genomen en dan is het al gauw te laat”, meent Van der Hoeven.
Hij geeft een ander voorbeeld: de restauratie van de Vuurtoren op Klein Curaçao. “De restauratie is nooit afgemaakt terwijl het wel begroot was.” En dat is volgens Van der Hoeven jammer, “omdat het monument een toeristische trekpleister is.”
Stichting Monumentenzorg
Niet alleen de overheid bezit monumentale gebouwen. Ook de Stichting Monumentenzorg. Die heeft ongeveer 115 van de 743 beschermde monumenten in de binnenstad in haar bestand. Volgens directeur Marcel Dennert moeten de eigenaren in de eerste plaats voor het monument zorgen. “Als dat niet gaat, moet men overwegen het pand te verkopen aan een derde. Zo heeft onze stichting verschillende panden verkregen”, zegt Dennert.
De rol van Stichting Monumentenzorg bestaat uit het aankopen, restaureren en beheren van de aangekochte monumenten. “Die taken bestaan niet in een vacuüm, er zijn andere partijen bij betrokken. De overheid geeft de vergunningen uit en bepaalt of een gebouw een monumentstatus krijgt”, aldus Dennert.
“Wij zijn geen verlengstuk van de overheid. De Stichting Monumentenzorg krijgt geen subsidies, maar we financieren onze rol vanuit de omzet uit de verhuur van panden”, zegt Dennert. Dat gaat niet altijd even snel. “Het blijft een financiële kwestie. Restauratie is nou eenmaal duur en we moeten wel een huurder hebben. Zeker tijdens de huidige pandemie. Het is moeilijker om aan huurders te komen in een slechte economie. Dus blijven er nu meer monumenten leegstaan.”
De recente aankoop van La Moda de Paris duurde ook een aantal maanden. “De stichting besloot het monument te kopen omdat het zo karakteristiek is voor de directe omgeving. Daarnaast was de steeg al vijf jaar gesloten vanwege het verval, dus heeft het opruimen van het puin ook een maatschappelijk belang,” zegt Dennert.
“De panden waren eigendom van een grote familie, waarvan één familielid als aanspreekpunt fungeerde. Het was dus een relatief simpel verhaal.” Toch nam het proces een aantal maanden in beslag. “Het verval bij deze panden is dusdanig dat wij ons afvragen of we nog wel alles kunnen redden. In ieder geval zijn we onmiddellijk begonnen met de opruimwerkzaamheden.”
Maar vaak is zo’n monument in het bezit van een hele grote familie. “Soms zijn er wel meer dan veertig deelgenoten. Dan moeten er stambomen worden opgemaakt, percentages berekend en komt er vaak een rechter aan te pas. Als er dan ondertussen weer iemand overlijdt moet alles weer opnieuw berekend worden. Dat hebben wij ook weleens meegemaakt”, vertelt Dennert.
Het erfrecht
Soms komt de familie er onderling niet uit en verpaupert het monument. Sinds 2012 geldt er op Curaçao nieuwe wetgeving in erfrecht. Deze maakt het mogelijk om huizen, waarvan de eigenaar is overleden, weer terug te claimen, als de familie er niets mee doet.
De eventuele koper moet dan een belanghebbende vinden om een verzoek in te kunnen dienen. Het aankoopbedrag gaat in een kas bij de Centrale Bank. Erfgenamen die zich later melden, hebben twintig jaar om het geld op te eisen en terug te krijgen. Als niemand zich meldt of de verdeling is onmogelijk te doen, gaat het bedrag de staatskas in.
Als het om een monument gaat, kloppen potentiële kopers soms bij de Stichting Monumentenzorg aan. “De stichting wordt weleens als belangstellende gevraagd. Dat blijft een beetje raar want we hebben dan geen echte rol. We zeggen dan in feite alleen dat het een behoudenswaardig monument is en dat we het verzoek tot aankoop ondersteunen.”
Maar Stichting Monumentenzorg speelt soms wel een directere rol. Als de erfgenamen van het monument afzien van de erfenis, kan de stichting ook een verzoek tot aankoop doen. “In dat geval zijn we dus een directe belanghebbende”, zegt Dennert.
Toekenning aan gebruikers
Een andere mogelijkheid is de toekenning van langdurig onverdeelde panden. Sinds 2007 mag de rechter beslissen om zeer oude gebouwen toe te kennen aan de gebruikers van het ontroerend goed. Dit is mogelijk wanneer er door de jaren heen erg veel erfgenamen zijn. Die deelgenoten zijn dan vaak moeilijk te traceren. Voorwaarde is wel dat de nieuwe eigenaar het pand ontwikkelt en restaureert. Dit is zeker bij monumentale gebouwen van belang.
Zo besloot het Gerecht onlangs het monument op de Quintastraat 37 toe te kennen aan de kleindochter van de oorspronkelijke eigenaar. Volgens het vonnis ging het om een ‘kleine en slecht onderhouden woning gelegen in Otrobanda.’ De woning is een beschermd monument en staat op curacaomonuments.org als een voorbeeld van een simpele stadswoning met een oorspronkelijke stenen muur. Het monument stond nog op de naam van Jan Mullers, een schoenmaker die in 1933 overleed.
Kleindochter Elvia Emerencia Rellum verhuurt het huis al sinds 1970. Zij zegt het pand te hebben gekregen van haar tantes. Volgens het vonnis stelde Rellum ‘serieuze maar vergeefse pogingen te hebben gedaan om via Kranshi en het Centraal Historisch Archief mogelijke deelgenoten op te sporen. Daarnaast kan worden aangenomen dat, gelet op de geschatte waarde van Quintastraat 37, ieders aandeel in het nalatenschap van Mullers van zeer geringe waarde is’, aldus het rapport.
Omdat Rellum al een lange tijd een aantoonbare gebruiker is en duidelijke familiebanden heeft met de oorspronkelijke eigenaar, verkreeg zij het eigendom van het monument. Ook beloofde Rellum het pand te herstellen om de monumentale status te behouden. Andere belanghebbende kwamen niet opdagen, zij hebben wel nog vijf jaar de tijd om aanspraak te maken op een vergoeding.
Hoeveel van de monumenten op het eiland momenteel nog in een slechte staat verkeren is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat er verandering in het monumentenbeleid moet komen, vindt Van der Hoeven. “Het lijkt wel alsof de overheid de zorg voor monumenten niet belangrijk genoeg vindt. Dat is doodzonde.”