Isaura Carrilho wilt de Tweede Kamer in: “We laten zoveel kracht liggen”

Isaura Carrilho – DENK – nr. 6 

Op 17 maart is het zover: de Tweede Kamer verkiezingen. Dit jaar staan er ook een aantal Caribisch-Nederlandse kandidaten op de stemlijst. Koninkrijk.nu sprak ze over zaken gerelateerd aan de eilanden.

Isaura Carrilho wilt de Tweede Kamer in: “We laten zoveel kracht liggen”

Eén van hen is de 26-jarige Isaura Carrilho, geboren op Curaçao en getogen in Amsterdam. Carrilho studeerde af op het gebied van internationale betrekkingen, diplomatie en internationale veiligheid. Voorheen werkte ze in het Caribische team van UNICEF en ze is momenteel actief als beleidsmedewerker bij DENK in de Tweede Kamer. Ze weet als geen ander waar Antilliaanse jongeren tegenaan lopen in Nederland en zet zich daarom in voor de “onzichtbare studenten van de eilanden.” Carrilho streeft naar een gelijkwaardige samenleving en wilt graag het taboe rondom jongvolwassen politici verbreken.

De politica staat op de zesde plaats van de kandidatenlijst van DENK. “De Caribisch-Nederlandse samenleving waarin alle burgers gelijkwaardige zijn” heet het speciale thema binnen het verkiezingsprogramma voor de Caribische delen van het koninkrijk. DENK heeft tien voorstellen voor de Caribisch-Nederlandse samenleving. De partij wilt voor de eilanden: gelijke invloed op de totstandkoming van Rijkswetten, meer samenhang in het beleid, meer ondersteuning van het bestuur en de eilandraden, hogere kinderbijslag en meer inzicht op de levenssituatie. Daarnaast streeft DENK naar meer invloed voor de eilandraden op wetgeving, inspraak in de benoeming van de Rijksvertegenwoordiger, afgestemde vestigingen van Nederlandse banken, herziening van het belastingstelsel en versterkte Kamers van Koophandel in Caribisch Nederland. 

Welke Koninkrijk issues vind jij het belangrijkst?

Als je kijkt naar de bijzondere gemeentes vind ik het heel kwalijk dat na 10-10-10 maar weinig gebeurd is op Saba, Sint-Eustatius en Bonaire. Nu pas beseffen ze dat ambtenaren hier Papiaments moeten leren, dat het levensstandaard omhoog moet, dat er heel veel armoede is op de eilanden. De ombudsman heeft daar vorig jaar een vernietigend rapport over geschreven en dat proces komt nu pas op gang. 

Dus voordat de levenstandaard überhaupt op hetzelfde niveau is als Europees Nederland zijn we vijf jaar verder, tien jaar zelfs. Dat heeft ook te maken met het niet hebben van representatie in Den Haag, en dat is gewoon Nederland hè, dat zijn gewoon openbare lichamen van Nederland.

En hoe zit dat dan met de CAS-eilanden?

Ook op Curacao, Aruba en Sint-Maarten is armoede een groot probleem. Op de autonome eilanden leeft momenteel de helft van de bevolking onder de armoedegrens, onder andere vanwege de coronacrisis. Ook dat heeft in Den Haag geen prioriteit, terwijl het statuur stelt dat de verantwoordelijkheid voor een gelijkwaardige levensstandaard bij Europees Nederland ligt. 

Wat vind je van de Rijksministerraad en de commissie Koninkrijksrelaties?

Het enige verantwoordingsmechanisme wat er in de Tweede Kamer zit is de commissie Koninkrijksrelaties, specifiek richting het beleid van Staatsecretaris Knops, en de Rijksministerraad. In die commissies zitten mensen ‘affiniteit’ met de eilanden. Maar als je kijkt wat die affiniteit werkelijk betekent zijn ze er een paar keer op vakantie geweest. Ze hebben totaal geen inzicht in noch de culturele verschillen noch hoe het werkt op de eilanden. Ze hebben geen korte lijn met de eilanden en geen inzicht hoe ze dingen daar moeten opzetten. Omdat er in die commissie geen mensen met roots op de eilanden zitten, merk je dat ze ook geen raakvlak hebben met de Antilliaanse gemeenschappen die in Nederland wonen.

Er wordt echt gewerkt vanuit een neokoloniaal perspectief. Veel Kamerleden zeggen dat we dingen moeten regelen vanuit het koninkrijksniveau. Maar de verdeling tussen Caribische en Nederlandse representatie in de Rijksministerraad is ongelijk. Dus bij alles wat erdoorheen moet zal Nederland winnen omdat ze de meerderheid vormen. Dat terwijl die beslissingen meer in het belang van de eilanden zijn dan van Europees Nederland. Die ongelijkheid vind ik heel frustrerend. 

Daarnaast is er binnen de commissies niet genoeg aandacht voor de agendapunten van waar Caribische studenten tegenaan lopen. Ze vallen hier letterlijk weg. Maar op de lange termijn is die groep juist essentieel voor de toekomstperspectieven van de eilanden. Nederland heeft dus ook inherent belang bij het welzijn van die specifieke studenten. Daar mag veel meer aandacht naar komen. 

Heerst er een soort wantrouwen op de eilanden jegens de Nederlandse politiek?

Dat denk ik zeker. De kloof is heel groot en veel Antillianen vertrouwen de Nederlandse politici niet. Maar dat komt ook door de manier waarop over het algemeen in Nederland over de eilanden wordt gecommuniceerd. Dat is doorgaans heel negatief en ik denk daarom dat het ook heel belangrijk is om dat beeld te doorbreken. 

Dat is ook één van de redenen dat ik naar voren ben gestapt: ik doorbreek dat vooroordeel over een Antilliaan. Maar het is ook heel ernstig dat we nog steeds in dat hokje worden geplaatst. 

Pas toen ik in december op Curaçao was bedacht ik me hoeveel kracht we laten liggen. Zelfs op de eilanden zijn er heel veel mensen die stemgerechtigd zijn en mogen stemmen voor de Tweede Kamer. Maar we doen het niet, terwijl daar zoveel zetels zitten. 

Sint-Maarten, Aruba en Curaçao hadden bijvoorbeeld in samenwerking een partij kunnen oprichten die zich alleen maar richt op de eilanden en die zouden nog met zes zetels de kamer komen ook. Dat beseffen we vaak niet. Dat zou pas Nederland pas een teken geven dat er meer aandacht moet komen voor de Caribische delen van het koninkrijk. Het zou zo een krachtig geluid zijn als mensen op de eilanden meer zouden stemmen. Nederland zou flabberghasted zijn. 

Lees hier het gehele interview.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven