Kenneth Cuvalay – Ubuntu Connected Front – nr.3
Op 17 maart is het zover: de Tweede Kamer verkiezingen. Dit jaar staan er ook een aantal Caribisch-Nederlandse kandidaten op de stemlijst. Koninkrijk.nu sprak ze over zaken gerelateerd aan de eilanden.
Eén van die kandidaten is Kenneth Cuvalay, geboren en getogen op Sint-Eustatius. Cuvalay zette de psychiatrische en verslavingszorg in Sint-Eustatius op in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hij streeft naar transculturele zorg en burgerrechten voor de inwoners van Caribisch Nederland. Daarbij strijdt Cuvalay vooral tegen economische ongelijkheid, kolonialisme en structureel en institutioneel racisme en discriminatie in alle gebieden van het Koninkrijk der Nederlanden.
De politicus neemt de derde positie van de kandidatenlijst van Ubuntu Connected Front in. In het partijprogramma vind je een speciaal thema voor Caribisch Nederland. Ubuntu Connected Front streeft binnen het koninkrijk naar concrete afspraken voor het behoud van mensen- en kinderrechten. Daarnaast wil de partij meer sociale zekerheid met een effectieve verlichting van de armoedeproblematiek en verbeteringen op de arbeidsmarkt. Ook vestigen ze aandacht voor de werkeloosheid onder Antilliaanse jongeren en pleiten ze voor een totale transformatie van het onderwijssysteem.
Welke Koninkrijk issues vind jij het meest belangrijk?
“Armoede is een groot probleem. Daarnaast is het vinden van geschikte huisvesting problematisch, voornamelijk voor jongeren. Ook de werkeloosheid onder de jongeren op de eilanden is groot. Ik heb tien jaar in de psychiatrische sector gewerkt met jongeren en mijn conclusie is dat de autoriteiten niet genoeg kijken naar de oorzaken van deze problemen. Veel jongeren hebben een geschiedenis van sociaalpedagogische verwaarlozing en dat speelt een belangrijke rol voor hun gedrag. Daarnaast hebben deze jonge eilandbewoners geen goed toekomstperspectief. Ze kunnen geen passende banen vinden en de meesten zijn afhankelijk van hun familie omdat ze genoodzaakt worden om in hun ouderlijk huis te blijven wonen.
De autoriteiten hebben na 10-10-10 de BES-eilanden een aantal dingen opgelegd, bijvoorbeeld het homohuwelijk, de euthanasie wetten en het herziende belastingstelsel. Deze zaken zijn erg controversieel als je onze cultuur goed kent. Het zijn geen zaken die je een gemeenschap zomaar kan opleggen.
Van een koloniaal perspectief zie je dat de manier van leven voor een hele bevolking drastisch wordt gedomineerd en gecontroleerd door de Nederlandse overheid. Als we daar kritisch naar kijken komen we tot de conclusie dat alle eilanden, ook Sint-Maarten, Aruba en Curaçao nog op koloniale wijze overheerst worden.
We noemen die eilanden landen binnen het koninkrijk, maar dat is een misleidend concept. Landen binnen het koninkrijk betekent namelijk niet dat ze volledig onafhankelijk zijn, maar nog volledig onder toezicht van Nederland.
Na orkaan Irma werd er bijvoorbeeld voor Sint-Maarten 550 miljoen vrijgesteld voor de verwoesting, maar ligt voor het grootste gedeelte nog in de Wereldbank. De conclusie: Sint-Maarten en haar bevolking heeft dat geld nooit gezien. Er zijn nog honderden tot duizenden inwoners die geen dak boven hun hoofd hebben vanwege de verwoestingen.
Daarnaast zie je dat de eilandbewoners behandeld worden als tweede- of zelfs derderangsburgers. Dat terwijl we volgens het statuut gelijke inwoners van het koninkrijk zouden moeten zijn. Dat is gewoon niet het geval.”
Cuvalay vindt dat er na 10-10-10 een sterke influx is van Europese Nederlanders die naar de eilanden trekken. “Grote projectontwikkelaars kopen grote delen van het eiland op en duwen de lokalen weg. Ze bouwen exclusieve hotels, winkels en clubs. Dit gaat hand in hand met het apartheidssysteem, want de meeste lokale burgers kunnen deze plaatsen niet eens binnentreden. Voorbeelden van segregatie op basis van institutioneel racisme zijn prevalent. De lokale bewoners worden benadeeld door deze influx omdat de meeste hoge posities nu bekleed worden door witte Europese Nederlanders. En dat manifesteert zich weer in de bemoeienis vanuit Europees Nederland.
Als je bijvoorbeeld naar Bonaire kijkt, zie je dat er veel meer Europese Nederlanders dan lokale eilandbewoners in het straatbeeld aanwezig zijn. In principe is dit een voorbeeld van ethnic cleansing, of het nou bewust is of niet. De manier van leven van de lokale bewoners wordt namelijk langzamerhand uitgeroeid.”
De politicus vindt ongelijkheid een nog een groter probleem. “Het gaat om scholen ook hier in Nederland, met een Eurocentrisch curriculum en om discriminatie vanuit de politie naar zwarte burgers. In Europees Nederland zijn er organisaties waar we heen kunnen, maar op de eilanden zijn die er niet. Daar zijn er alleen zwakke vakbonden die niet genoeg geld of expertise hebben om de grote coöperaties en instituten te bevechten.
Daarnaast heeft Nederland altijd een divide and rule beleid gehad. Elke stichting strijdt met elkaar voor een beetje subsidie. De Nederlands Antillen werd in naam onafhankelijk, maar in werkelijkheid blijft men in gedachte afhankelijk van Nederlandse hulp. Pas als we ons losmaken van die koloniale mindset kunnen we pas echt onafhankelijk zijn.”
Wat vindt u van het huidige beleid? De Rijksministerraad, commissie koninkrijksrelaties en COHO bijvoorbeeld?
De ongelijkheid is groot op alle zes de eilanden. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn nu openbare lichamen en dat is op zichzelf al een beledigende term. Het is alsof de eilanden openbare ruimtes zijn waar jan en alleman kan gaan en staan waar ze willen.
“Ook op het legislatief niveau is er ongelijkheid. Een provincie heeft provinciale rechten en overstijgende bevoegdheden. Een openbaar lichaam heeft die niet. De Nederlandse ministers maken op deze drie eilanden de dienst uit. Het lokale bestuur mag geen grote beslissingen maken, maar heeft met een beperkte eilandelijke bijdrage bevoegdheden op meer lokale onderwerpen. Dat zijn bijvoorbeeld kleine dingen zoals de koeien van de wegen houden en het vuil ophalen. Maar belangrijke besluitvormende bevoegdheden vallen altijd onder de desbetreffende ministeries in Den Haag. Zo simpel is het.”
Cuvalay geeft een voorbeeld: “Een politieke partij op Sint-Eustatius ging in 2017 naar de Unitied Nations omdat ze onafhankelijker wilden zijn. Knops kwam in 2018 naar het eiland, zette het democratisch-verkozen bestuur opzij en nam het eiland over onder het mom van lokale corruptie. Maar de lokale overheden op de BES-eilanden zijn niet eens bevoegd om geld uit te geven vanwege het financiële curatele toezicht in Den Haag. Voordat het eilandbestuur één cent uitgeeft, moet Den Haag bepalen dat die ene cent kan worden uitgegeven. Dus hoe kan je een lokale overheid beschuldigen dat zij geld onverantwoordelijk hebben besteed?
Met COVID-19 en COHO. De Nederlandse overheid heeft Aruba, Sint-Maarten en Curaçao onder streng toezicht geplaatst. Bijvoorbeeld door te eisen dat de ambtenaren salaris in moeten leveren. In Europees Nederland zou dat nooit voorkomen. De ‘hulp’ die de CAS-eilanden krijgen is niet te vergelijken met de miljarden euro’s die Nederland bijvoorbeeld investeert aan booking.com of KLM. De financiële hulp voor de eilanden komen namelijk met onrealistische en soms zelfs onmogelijke eisen. Vaak gaat het ook om leningen waardoor de al-bankroete overheden nog dieper de put in raken. Dus er is nog sprake van een koloniaal bewind en controle.”
Ubuntu Connected Front heeft drie Caribische kandidaten. Alle drie zijn zij op Sint-Eustatius geboren. “Dat is niet niks”, meent Cuvalay. “Ubuntu zegt ook: gelijkwaardigheid is een mensenrecht, geen privilege.”
Lees hier het hele interview.