PHILIPSBURG – Vorige week stapte de Saten van Sint-Maarten naar de Speciaal Rapporteur voor racisme, discriminatie en xenofobie van de Verenigde Naties. In een petitie vroegen ze de VN om te onderzoeken of Nederland het zelfbeschikkingsrecht van het eiland schendt. Het document stelt dat Nederland zich neokoloniaal en racistisch opstelt bij het verstrekken van coronahulp. Maar de aanklacht riep verschillende reacties op, zowel bij lokale als Nederlandse politici.
Op 9 maart diende het parlement met behulp van een Amerikaanse advocaat de aanklacht in bij de Speciaal Rapporteur voor racisme, discriminatie en xenofobie en de werkgroep rond mensen van Afrikaanse afkomst.
Het parlement baseerde het verzoek op een motie van parlementariër Grisha Heyliger-Marten van de United People’s Party. Deze motie ging onder andere om het zoeken van legale steun voor de schending van het recht van zelfbeschikking, het voltooien van het dekolonisatieproces en het verkrijgen van reparaties van Nederland voor diverse overtredingen. Op 5 november 2020 werd de motie aangenomen met twaalf van de vijftien parlementsstemmen.
Lokale kritiek
Maar niet alle lokale parlementsleden zijn even blij met het VN-verzoek. Sarah Wescot-Williams, oud-minister-president van Sint-Maarten en huidige leider van de democratische partij (United Democrats), keurde de aanklacht af. Volgens de partijleider staan er duidelijke leugens in en belemmert het verzoek de financiële hulp voor het eiland. De parlementariërs die het verzoek steunen “maaien het gras onder de voeten weg” van de regering van Silveria Jacobs, zei Wescot-Williams.
Daarom stelde Wescot-Williams voor om een referendum te houden om te achterhalen wat de eilandbewoners willen. “Op die manier kan niemand meer zeggen dat de mensen dit willen zonder dat zij de echte mening van de bevolking van Sint-Maarten weten”, zei de oud-minister-president. Daarnaast vraagt ze zich af hoe een dekolonisatie motie uit november kan hebben geleid tot een document dat Nederlandse overheid beschuldigd van racisme en mensenrechtenschending.
Ook andere partijleiders waren het niet eens met het verzoek. Melissa Gumbs van de Party for Progress (PFP) stelde dat het verzoek onwaarheden bevat en dat er niet genoeg bewijs is om te kunnen stellen dat er sprake is van racisme en discriminatie. Volgens Gumbs ontving het parlement het document slechts dertig minuten voor de bijeenkomst van de commissie voor constitutionele zaken en dekolonisatie. Hierdoor het leek alsof de bijeenkomst enkel een formaliteit was en het document al met externe partijen gedeeld was, meende zij.
Vragen vanuit Den Haag
De petitie leidde ook tot vragen in Den Haag. Ronald van Raak van de SP voelde de staatssecretaris aan zijn tand over de financiële hulp aan Sint-Maarten na aanleiding van de aanklacht. Hij vroeg onder andere of de staatssecretaris bereid was om de steun stop te zetten en een referendum over onafhankelijkheid aan te vragen. Het Tweede Kamerlid was namelijk bang dat de investeringen niet goed terechtkomen als de lokale politici het niet met de steun eens zijn.
Slachtoffergedrag
Initiatiefnemer Grisha Heyliger-Martens vond kritiek op de aanklacht onterecht. De parlementariër noemde het protest van de lokale politici “een schoolvoorbeeld van slachtoffergedrag. Jammer genoeg leggen de meeste slachtoffers de schuld bij zichzelf en ze vinden het vaak moeilijk om het misbruik stop te zetten. We zeggen niet dat we helemaal geen relatie meer willen. We zeggen alleen dat die relatie beter moet..”
Heyliger-Marten zei wel verbaasd te zijn “over het sterke geluid vanuit Nederland, gezien de goed gedocumenteerde en recente geschiedenis van systematisch racisme, onbekwaamheid en corruptie binnen de Nederlandse regering”. Als voorbeelden noemde ze de toeslagenaffaire en zwarte piet.
“De enige manier om van pestkoppen af te komen is om ze te confronteren”, zei Heyliger-Marten. “Als ze de investeringen stopzetten, vooral gezien de strenge condities die ze stelden, en dreigen de steun te beëindigen als wij onze autonomie niet opgeven, staat dat gelijk aan schuldbekentenis.”
Onaangename verrassing
Staatsecretaris Raymond Knops was onaangenaam verrast door de beschuldigingen. “De aanklacht toont een geluid dat niet overeenkomt met eerdere stellingen van dezelfde personen”, zei Knops woensdag tegen The Daily Herald. Daarom vroeg hij de overheid van het eiland om een verklaring.
“Ik ben tot de conclusie gekomen dat Sint-Maarten op dit moment geen autonomie kan dragen. Ik herhaal: ik wil Sint-Maarten haar autonomie niet ontnemen. In tegenstelling: Ik wil ze helpen zodat ze over een aantal jaar die autonomie volledig kunnen dragen”, aldus Knops.