Curaçao gaf eind 2020 onderdak aan 17.000 Venezolanen. Een zelfde aantal is op dit moment naar schatting op Aruba. De cijfers worden gepresenteerd door de United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, die zich beroept op gegevens van beide regeringen.
Het merendeel leeft ondergedoken en is niet bekend bij de overheid. 2.380 mensen krijgen een een of andere vorm van hulp op Curaçao, op Aruba geldt dat voor 2.495 Venezolanen.
In december 2020 hadden naar schatting 196.000 Venezolanen bescherming gezocht in het Caribisch gebied. Naast Aruba en Curaçao vooral in de Dominicaanse Republiek, Guyana en Trinidad en Tobago.
Aruba heeft verhoudingsgewijs de meeste Venezolanen ten opzicht van de eigen bevolking: 1 op 6 is Venezolaan. Op Curaçao is die verhouding 1 op 10.
Gebrek
Op beide eilanden is het gebrek aan een juridische status de belangrijkste oorzaak van bezorgdheid over de bescherming van Venezolanen, aldus de UN. Omdat het gebrek doorwerkt op alle aspecten van vluchtelingen en het dagelijkse leven van migranten en verhindert hen toegang te krijgen tot nationale gezondheidssystemen of justitie.
Bovendien is de situatie een belemmering voor duurzame integratie. Volgens onderzoek worden Venezolanen op Aruba en Curaçao blootgesteld aan uitbuiting, misbruik en schending van rechten. Zij waren niettemin terughoudend om klachten in te dienen bij de autoriteiten omdat ze bang zijn voor detentie en deportatie vanwege hun illegale status.