Slavernij tentoonstelling belicht menselijke kant van duister verleden

Slavernij tentoonstelling belicht menselijke kant van duister verleden
De namen van de tien personages van de tentoonstelling Slavernij. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

AMSTERDAM – Wie vandaag de dag langs het Rijksmuseum in Amsterdam loopt, ontkomt niet aan de namen van tot slaafgemaakte verzetsstrijders Tula, Lohkay, Sapali en Wally. Hun verhalen bleven lange tijd onbekend in Nederland, maar nu sieren zij al een aantal maanden de gevels van het beroemde pand aan het Museumplein. Aan de hand van tien waargebeurde verhalen werpt de tentoonstelling Slavernij nieuw licht op het duistere Nederlandse slavernijverleden. 

Slavernij gaat niet alleen over de Trans-Atlantische slavenhandel van de West-Indische Compagnie en de slavernij in Suriname, Brazilië en de Caribische eilanden. Ook de minder bekende slavernij in Zuid-Amerika en Azië waar de Verenigde Oost Indische Compagnie actief was komt aan bod. 

Slavernij tentoonstelling belicht menselijke kant van duister verleden
Openingszaal van de tentoonstelling. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

Voor het eerst

Boudewien Goslings (25) is een afgestudeerd kunsthistoricus. De jonge kunstkenner heeft het groot aantal Nederlandse pronkstukken dat het museum rijk is talloze keren aanschouwd.

Maar vandaag maakt Boudewien voor het eerst kennis met de persoonlijke verhalen van slaafgemaakten en anderen die te maken hadden met de zwarte bladzijden van de Gouden Eeuw. Ze loopt de eerste zaal in, benieuwd naar wat er komen gaat.

Die zijn gewijd aan de historische context. Hier krijgen bezoekers meer informatie over het reilen en zeilen op de plantages, de wrede straffen, de systematische ontvoeringen en de erbarmelijke omstandigheden op de slavenschepen. Dit alles dient als een inleiding voor de verhalen van de tien hoofdpersonages. 

Bezoekers kunnen gebruik maken van de gratis audiotour. De hoofdverteller is Curaçaos-Nederlands psychiater en activist Glenn Helberg. De tien verhalen zijn ingesproken door verschillende vertellers. Zij hebben allen vanuit hun eigen achtergrond een band met de personen aan wie zij hun stem lenen.

Slavernij tentoonstelling belicht menselijke kant van duister verleden
Tronco, een meervoudige voetboei voor het ketenen van slaafgemaakte mensen. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

Eigen verhaal

De tentoonstelling vertelt het verhaal van João, Wally, Oopjen, Paulus, Dirk, Lohkay, Van Bengalen, Surapati, Sapali en Tula. Tien mensen die leefden in die tijd en een rol in het Nederlandse slavernijverleden speelden. Zowel tot slaafgemaakten als mensen die profiteerden van het inhumane systeem. Ze hebben allen een eigen verhaal: over het leven in slavernij of over de exploitatie hiervan, over verzet en uiteindelijk vrijheid. 

Opvallend is dat tot slaafgemaakten mensen hier niet alleen als slachtoffer worden afgebeeld. Het is juist de kracht waarmee zij op allerlei verschillende manieren het beste maakten van een schrikbarende situatie die centraal staat in de tentoonstelling. 

Boudewien merkt op dat de tentoonstelling vanuit die verschillende perspectieven is geschreven. “De keerzijde van de Gouden Eeuw wordt eindelijk belicht. De aangrijpende verhalen compenseren de eenzijdige blik op de roemruchte periode van de Nederlandse kunstgeschiedenis.”

Wally

Zo vertelt oud-wereldkampioen kickboksen Remy Bonjasky over het leven van Wally. Wally woonde en werkte op suikerplantage Palmeneribo  in Suriname. Voor verteller Remy is dit een bekende plek: zijn voorouders werden daar ook gedwongen in slavernij te werken.  

In de zaal zien we objecten die het leven op de plantage tonen. Gereedschappen zoals de kappa’s waarin het suikerriet werd ingekookt, tonen de zware arbeid waartoe tot slaafgemaakten mensen gedwongen werden. Maar niet alleen het harde werk staat centraal – ook de invulling van het kleine beetje vrije tijd die zij kregen. Bijvoorbeeld een schilderij van één van de weinige keren dat tot slaafgemaakte mensen feest mochten vieren en voorwerpen uit de winti-religie. 

“Samenkomen op de Plantage” van schilder Dirk Valkenburg (ca. 1706-1708), die in opdracht van plantage-eigenaar Jonas Witsen naar Suriname reisde om zijn plantages vast te leggen. Hier schilderde hij een zeldzame feestviering. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

De plantage-eigenaar van Palmeneribo gaf vanuit zijn Amsterdamse grachtenpand orders om het kleine beetje vrije tijd dat de tot slaafgemaakten kregen volledig af te schaffen. Dat leidde tot verzet onder de mensen in slavernij. Wally speelt hierbij een hoofdrol. Hij wist zich met een aantal lotgenoten vijf dagen te verschuilen. Maar ze werden gevonden en tot een gruwelijke dood veroordeeld.

Volgens Remy is de kracht waarmee Wally en anderen in opstand kwamen in generaties doorgegeven. De kickbokser zegt dat het een van de redenen is dat hij drie keer wereldkampioen werd. 

Sapali

Sapali is de tweede Surinaamse verzetsheld in de tentoonstelling. Haar verhaal wordt verteld door nazaten Susi en Simba Mosis. Ma Sapali was de stammoeder van een clan van de Marrons.

Vrouwen zoals Sapali speelden een hoofdrol bij de nieuwe gemeenschappen van mensen die de plantages op succesvolle wijze ontvluchtten. Afrikaanse vrouwen verstopten namelijk rijstzaden uit hun thuisland in hun haar. We zien dan ook een rijsthalm die direct afstamt van de rijstzaden die Ma Sapali driehonderd jaar geleden in haar haar vlocht. 

Een zijden kaart toont de felle strijd van het koloniale leger tegen de Marrons: mensen rennen voor hun leven en dorpen worden in brand gestoken. Maar we zien ook vrouwen met draagzakken – het was hun verantwoordelijkheid om de voedselvoorraden en de kinderen veilig te stellen. 

Volgens de Susi en Simba vormt de strijd van hun voorouders ook hun identiteit. “Deze objecten laten zien wat we hebben doorstaan, hoe we moesten overleven. Onze voorouders waren vrijheidsstrijders met een rijke cultuur en tradities”, aldus de zussen. 

Tula

Sommige tot slaafgemaakten probeerden het inhumane systeem van binnenuit te veranderen. Zo vertelt Arthur Kibbelaar, geboren in Curaçao en werkzaam op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, het verhaal van Tula. Arthur’s voorouders leefden op de plantage waar Tula de grootste en meest bekende slavenopstand in het Caribisch gebied leidde. 

Citaat van Tula door pater Jacobus Schink over de afschaffing van slavernij op Curaçao. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

Tula werkte gedwongen op plantage Kenepa op Curaçao. Hij werd geïnspireerd door de zwarte revolutionairen die op Haïti met succes in opstand kwamen tegen de slavernij. Nederland was toentertijd onder Frans regime en het gerucht ging dat de tot slaafgemaakten mensen op Haïti onder Frans bewind bevrijd waren. 

Daarom eiste Tula hetzelfde voor de lotgenoten op Curaçao. Onder zijn leiding legden tweeduizend mensen het werk neer, ongeveer vijftien procent van alle tot slaafgemaakte mensen op het eiland. 

Lohkay

Maar Tula is niet de enige Caribische verzetsheld wiens verhaal voor het eerst in een Nederlands museum getoond wordt. Sint-Maartense jazz pianiste Anastacia Larmonie leent haar stem aan One-Tété Lohkay, de vrouw wier borst werd afgesneden omdat ze de plantage verschillende keren ontvluchtte. 

“The Retreat Plantation” van Samuel Fahlberg (1816): een plantage in de Cul de Sac regio op Sint-Maarten. Foto: Daniella De Windt, ABC Online Media.

Lohkay’s verhaal bestaat alleen in de orale geschiedenis. Zoals zoveel tot slaafgemaakten, zijn haar tastbare sporen uitgewist. In de zaal zijn objecten te zien die bezoekers een beeld geven van Lohkay’s omgeving. Bijvoorbeeld een schilderij van suikerplantage The Retreat in Cul de Sac. Hierop is ook het heuvelachtige landschap te zien waar Lohkay zich volgens overlevering verschuilde. 

Scherf met opschrift “Bring more cane to mill Negro” (ca. 1750-1800). Gevonden op Sint-Eustatius. Foto: Daniella De Windt.

Ook objecten uit het nabijgelegen Sint-Eustatius staan in deze zaal centraal. Bijvoorbeeld een bord met de racistische opschrift “Bring more cane to mill Negro.” In het midden van de zaal hangen de beroemde blue beads. Deze werden gebruikt om tot slaafgemaakten te betalen en werden na de afschaffing als protest massaal in zee gegooid. 

Beeld

Ondanks alle schokkende verhalen en nare objecten, eindigt de tentoonstelling op hoopvolle wijze en nemen bezoekers een breder inzicht mee naar huis. Het eenzijdige beeld van de grootse Gouden Eeuw krijgt er een noodzakelijke dimensie bij. 

“Ik wist dat slavernij bestond maar het bleef vaak abstract”, zegt Boudewien. “Maar nu wordt de menselijke kant belicht: de tot slaafgemaakte mensen krijgen letterlijk een stem. Dat raakt me.”


Lees ook:


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven