Onbenut arbeidspotentieel Caribisch Nederland vooral onder laag opgeleide jongeren

KRALENDIJK – In 2020 behoorden 2,8 duizend mensen van 15 tot 75 jaar op Bonaire tot het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel. Op St. Eustatius bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 290 en op Saba uit 330 personen. Dit blijkt uit het Arbeidskrachtenonderzoek Caribisch Nederland (AKO- CN) 2020 van het CBS.

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijders. Werklozen hebben geen betaald werk, hebben recent naar werk gezocht en zijn hiervoor direct beschikbaar. Semiwerklozen hebben geen betaald werk en hebben óf niet recent gezocht naar werk, óf zijn niet direct beschikbaar. De werklozen en semiwerklozen vormen samen het onbenut arbeidspotentieel zonder werk. De onderbenutte deeltijders, die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, vormen het onbenut arbeidspotentieel met werk.

Saba had in 2020, afgezet tegen het aantal inwoners van 15 tot 75 jaar, het grootste percentage onbenut arbeidspotentieel (22 procent) van de drie eilanden. Voor Bonaire en St. Eustatius waren die percentages lager. Onderbenutte deeltijders vormden een aanzienlijk deel van het onbenut arbeidspotentieel. Op Saba was dat 66 procent, op Bonaire net geen 60 procent en op St. Eustatius bijna de helft.

Onbenut arbeidspotentieel relatief jong

Het onbenut arbeidspotentieel op de drie eilanden is relatief jong. Dat geldt zeker voor het arbeidspotentieel zonder werk. Op Saba was bijvoorbeeld 50 procent van het onbenut arbeidspotentieel zonder werk 15 tot 25 jaar, terwijl deze leeftijdsgroep 13 procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar uitmaakt. Op St. Eustatius is het aandeel van deze groep jongeren in de bevolking ook 13 procent. Daar maakten de 15- tot 25- jarigen 22 procent uit van het onbenut arbeidspotentieel. Op Bonaire was het percentage jongeren onder het onbenut potentieel het kleinst van de drie eilanden.

Onbenut arbeidspotentieel relatief laag opgeleid

Het onbenut arbeidspotentieel is relatief vaak laag opgeleid. Op Bonaire was vooral het onbenut arbeidspotentieel met werk (de onderbenutte deeltijders) laag opgeleid; 57 procent, terwijl dat voor de hele bevolking van 15 tot 75 jaar 50 procent is. Op Saba was juist het onbenut potentieel zonder werk relatief vaak laag opgeleid: 46 procent tegen 40 procent van de gehele bevolking.

De mensen in het onbenut arbeidspotentieel op Bonaire en St. Eustatius hadden vaker dan alle 15- tot 75-jarigen op deze eilanden een diploma in een algemene onderwijsrichting. De onderbenutte deeltijders op Bonaire hadden ook relatief vaak een

diploma in vormgeving, talen, kunst en geschiedenis of in techniek, industrie en bouwkunde. Het niet-werkende onbenut arbeidspotentieel op Bonaire en Saba had relatief vaak een diploma in de onderwijsrichting dienstverlening.

Onbenut arbeidspotentieel relatief vaak niet geboren op Caribisch Nederland

Het onbenut arbeidspotentieel op de drie eilanden is relatief vaak niet geboren op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Afgezet tegen alle 15- tot 75-jarigen zijn ze vooral vaker geboren in overig Zuid- en Midden-Amerika. Op Saba is een relatief groot deel van het onbenut arbeidspotentieel zonder werk geboren op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.


Lees ook:


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven