De regering van Curaçao en de regering van Sint Maarten zullen met Nederland moeten gaan onderhandelen over de herfinanciering van hun coronaleningen die volgend jaar afbetaald moeten worden. Dat zegt Richard Doornbosch, president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Gezien de huidige stand van de overheidsfinanciën is niet te verwachten dat beide landen die af kunnen lossen.
De huidige schuld vanwege ontvangen liquiditeitssteun bedraagt voor Curaçao ruim 120 miljoen euro. De schuld van Sint Maarten is 58 miljoen euro. De president van de Centrale Bank verwacht opnieuw hoge tekorten in 2022 en om die te dekken zullen zowel Curaçao als Sint Maarten op leningen of liquiditeitssteun aangewezen blijven.
Schulden
De publieke schuldquote steeg in 2021 op Curaçao verder op tot negentig procent. Op Sint Maarten steeg die tot 62 procent van het bruto nationaal product. De Rijksministerraad heeft inmiddels wel goedgekeurd dat beide landen net als in 2020 mogen afwijken van artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht. Daarin staat dat de gewone dienst van de overheidsbegroting in evenwicht dient te zijn.
In beide landen is het tekort op de gewone dienst in 2021 afgenomen ten opzichte van 2020, volgens Doornbosch. Hij schrijft in zijn kwartaalbericht dat dat vooral het gevolg is van lagere overheidsuitgaven, waaronder uitgaven in verband met COVID-19, die werden getemperd door een daling van met name de belastinginkomsten.
- CBCS: Curaçao en Sint Maarten moeten herfinanciering van coronaleningen onderhandelen met Nederland
- KvK Sint-Eustatius & Saba adviseerde negatief over tariefsverhoging, maar werd genegeerd
- Storm van kritiek over nieuwe tarieven Kamer Van Koophandel BES
- Inflatie van 2,9 procent op Curaçao
- Economische groei op Aruba in de dubbele cijfers