KRALENDIJK – Het Terramar museum organiseerde afgelopen vrijdag opnieuw een News Café. De avond stond in het teken van een toekomstig DNA-onderzoek door de Harvard Universiteit naar menselijke resten die in 2007 in Amboina zijn opgegraven. Het DNA-onderzoek is gericht op het beter in kaart brengen van de complexiteit van het inheemse erfgoed van Bonaire.
Archeoloog Jay Haviser, die nauw betrokken was bij de vondst in Amboina, lichtte toe dat het onderzoek essentieel is voor de gemeenschap van Bonaire. Hij ontdekte daar een deel van een dorp met zeven huizen, elk bevattende, naast artefacten, schedels en menselijke resten. “Dit onderzoek zal bijdragen aan ons begrip van de eerste inwoners van Bonaire en hun afkomst, vooral gericht op de periode voor en tijdens de keramiek tijdperk.” Aldus Haviser.
Kendra Sirak, verbonden aan het DNA-laboratorium van de Harvard Universiteit, belichtte de onderzoeksmethoden en de relevantie van deze studie. Het laboratorium is gespecialiseerd in het bestuderen van het genoom van mensen uit het verleden. De analyse van oeroud DNA kan waardevolle inzichten bieden in gedeelde menselijke geschiedenissen, migratiepatronen, culturele uitwisselingen en aanpassingen aan nieuwe omstandigheden en omgevingen.
In de moderne archeologie is het van groot belang dat de menselijke resten en artefacten die op Bonaire zijn ontdekt, worden teruggebracht naar het eiland. De opgegraven stukken uit Amboina zijn inmiddels terug op het eiland en staan opgeslagen bij SKAL.
Amerindians
Haviser wil nog meegeven dat het belangrijk is te beseffen dat, in het kader van de komende herdenkingen van het slavernijverleden op 1 juli aanstaande, de Amerindians, de eerste indianen op Bonaire, als eerste gebruikt werden als slaven in de koloniale tijd. Dit aspect uit het slavernijverleden op Bonaire zou meer belicht moeten worden aldus Haviser.