Den Haag – In het debat van de Eerste Kamer met staatssecretaris Tamara van Ark over de aanpak van de kinderarmoede is er door diverse senatoren op aangedrongen de doelstellingen voor Europees Nederland ook te stellen voor Caribisch Nederland. Hieronder het deel van het debat dat daarop betrekking had.
Carla Moonen (D66)
Ik wil nu in het bijzonder ingaan op Caribisch Nederland. De staatssecretaris schrijft dat we op dit moment onvoldoende harde data hebben over het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in het Caribisch gebied. We weten dat in het Caribisch deel van Nederland veel kinderen onder de armoedegrens leven, al gauw 30%. Door de coronacrisis is dat verder aan het oplopen.
Ik was begin januari van dit jaar in het Caribisch gebied vanwege de interparlementaire conferentie met een delegatie van Eerste en Tweede Kamerleden. We zijn met tweetallen op bezoek gegaan bij gezinnen thuis op Bonaire die onder de armoedegrens leven. Het meest schrijnend aan de situatie was eigenlijk de positie van de kinderen, met name de hele jonge kinderen in deze gezinnen. De ouders konden de kinderopvang niet meer betalen en deze kinderen krijgen de eerste vier levensjaren vaak weinig tot geen ondersteuning of geborgenheid. Wanneer ze leerplichtig zijn, starten ze met een taalachterstand.
Nu is met behulp van de Nederlandse regering het programma BES(t) 4 kids opgericht om ervoor te zorgen dat alle kinderen naar de kinderopvang kunnen gaan, daarna naar school en daarna naar de buitenschoolse opvang. Het kabinet heeft daar ook structureel geld voor beschikbaar gesteld vanaf 2020. Ik heb tijdens mijn bezoek aan Caribisch Nederland ook vernomen dat dit een interessant programma is en dat de eilanden daar heel enthousiast over zijn. Dit is echt het bereiken van kinderen. Er ontstaat een doorlopende ontwikkel- en leerlijn. Dat is van belang, juist ook voor de kinderen die in armoede opgroeien. De ontwikkeling van het kind staat centraal.
Ik wil de staatssecretaris daarom bedanken voor hoe ze de kinderen in het Caribisch gebied kan gaan bereiken. Om het eigenlijk heel eenvoudig te zeggen in de woorden van uw partijgenoot Pieter Winsemius, die ooit het WRR-rapport Vertrouwen in de buurt heeft geschreven: “Een kind leeft in vier werelden: thuis, op straat, bij vrienden en op school.” Bij kinderen die in armoede leven, zie je vaak dat thuis, de straat en vrienden niet de gewenste structuur en geborgenheid bieden en dat de school dan vaak de enige veilige haven is waar structuur en geborgenheid zijn.
Toen ik in januari 2020 op Bonaire was, kon men helaas nog niet goed aangeven hoe het programma BES(t) 4 kids in de praktijk ging werken. Men voorzag een groot tekort aan leerkrachten om het programma goed uit te kunnen voeren. Namens de fractie van D66 heb ik daarom twee vragen over het op zich goede programma BES(t) 4 kids. Kan de staatssecretaris, nu we vijf maanden verder zijn, aangeven hoe het programma BES(t) 4 kids in de praktijk daadwerkelijk werkt in het Caribisch gebied? Worden de kinderen bereikt? En tot slot: hoe wordt op korte termijn voorzien in het tekort aan leerkrachten en kinderopvangverzorgers? Toen ik op Bonaire was, werd door betrokkenen echt aangegeven dat dat een groot knelpunt was.
Van Ark:
Mevrouw Moonen vroeg aandacht voor de BES. Ik ben heel blij dat ze dat ook in dit debat heeft gedaan. De heer Kox refereerde eraan en ik heb er ook in de brief over geschreven. Het is van het grootste belang dat we de manier waarop we hier met kinderarmoede omgaan een-op-een doorvertalen naar daar. Daarbij zijn we ook stappen aan het zetten op het gebied van het sociaal minimum. Ik verwacht binnenkort ook de voortgangsrapportage naar de Kamer sturen. Mevrouw Moonen vroeg specifiek hoe het Programma BES(t) 4 kids loopt. Worden de kinderen bereikt? Dit programma wordt uitgevoerd in samenspraak met de ministeries van OCW, VWS, BZK en SZW. We kijken of we met die kinderopvang ook echt de kinderen kunnen bereiken, de kinderen warme maaltijden kunnen geven en goed voor ze kunnen zorgen zodat ze inderdaad op 4-jarige leeftijd goed uitgerust naar school kunnen gaan. We staan aan het begin. De eerste stappen worden gezet. Ook daar hebben ze natuurlijk last van de coronacrisis, maar ik heb begrepen dat de kinderopvang weer open is en kinderen weer naar school kunnen gaan. Ik heb ook in april een uitgebreide brief naar de Kamer gestuurd waar ik eigenlijk grotendeels naar wil verwijzen. Ik vind het vooral van belang dat we ook samen met het openbaar lichaam kijken naar hoe we handen en voeten aan deze regeling kunnen geven om zo veel mogelijk kinderen te kunnen bereiken.
Moonen:
Ik heb nog één openstaande vraag aan de staatssecretaris. Ik dank haar voor wat zij heeft gezegd over hoe je kinderen wilt bereiken, ook in Nederland, via gemeenten en maatschappelijke organisaties. Dat hoor ik duidelijk terug in het antwoord. Daar zit een duidelijke ambitie in. Maar ik doel op het programma BES(t) 4 kids. Toen ik in Bonaire was in januari dit jaar, gaf men aan dat men een tekort voorziet in het aantal leerkrachten en kinderopvangverzorgers. Dat is een groot knelpunt. De regeling is heel goed, dat programma BES9(t) 4 kids, maar als je geen mensen hebt voor de klas, kun je het niet uitvoeren. Mijn vraag is hoe de staatssecretaris dat denkt op te lossen.
Van Ark:
Het moge duidelijk zijn dat er best een aantal stappen te zetten zijn. Dit is er een van. Het is een van de redenen waarom we samenwerken met de openbare lichamen, maar ook met de mensen uit de sectoren zelf. Als mevrouw Moonen dat goed vindt, zal ik dit signaal erbij betrekken. De projectleiders en de mensen die in de stuurgroep zitten, komen op zeer regelmatige basis bij elkaar. Ik zal bij hen vragen wat daarvan de stand van zaken is. Ik kan dat eventueel opnemen in de voortgangsrapportage over het sociaal minimum, die ik toch naar de Kamer stuur, of in een andere brief. Ik kan het misschien op een andere manier aan u doen toekomen. Ik heb op dit moment geen concrete informatie over de stand van zaken, maar ik neem het signaal graag mee.
Moonen:
Ik zie inderdaad graag een antwoord op het specifieke punt van het tekort aan leerkrachten, op een geëigend moment en in een daarvoor geëigende brief.
Van Ark:
Zeker. Als het ook om leerkrachten gaat, zal ik het even opnemen met de collega van Onderwijs.
Lees ook:
- DNA-onderzoek naar eerste inwoners Bonaire centraal tijdens Terramar Evenement
- Eerste aflevering docuserie Kustwacht Caribisch Nederland op National Geographic
- E-Flight gaat elektrisch vliegen op de Caribische eilanden
- Bestuurscollege Bonaire stuurt brief aan De Haag over wijziging belastingtarieven
- Kustwacht verkenningsvliegtuig vond vermiste vissers op open zee
- Nederland bekijkt of Europese regelgeving voor drones handig is voor de eilanden
- Fractie Coffie wil meer weten van BOPEC-visie gedeputeerde Kroon
- Vier doden op Curaçao, besmettingen per dag lopen terug
- RIVM: Incidentie lijkt zich te stabiliseren op de eilanden, Omikron verantwoordelijk voor hoge aantallen
- Bonaire versoepelt COVID-testregime voor reizigers