Ook ministers halen geen 25 procent

Ook ministers halen geen 25 procent

De ministersploeg van Eugene Rhuggenaath rekent zich, net als de Statenleden, rijker met hun plan om 25 procent van de ministeriële arbeidsvoorwaarden in te leveren. Het voorstel dat in de maak is komt onder de streep uit op 25 procent. Maar eenmaal doorgerekend blijft daar net iets minder dan 18 procent van over.

Een aanmerkelijk beter resultaat dan de parlementsleden gisteren lieten zien. Die dachten er ook te zijn, maar kwamen onder de streep net iets boven acht procent uit.

Nederland heeft verschillende voorwaarden gesteld aan een nieuwe coronalening aan Curaçao. Verlaging van salaris met 25 procent voor ministers en Statenleden is daar een van.

Optellen

Het primaire en secondaire arbeidsvoorwaardenpakket van ministers bestaat naast het basissalaris van 12.714 gulden ook nog uit een toelage van 3.178,50 gulden, representatiekosten van 762.84 gulden en ook een vakantietoelage van 762,84 gulden. Uiteraard betalen Statenleden ook hun premies voor de oude dag, de weduwen en wezenwet en ziektekosten, maar dat zijn vaste percentages van je bruto salaris. Daar valt niets te halen.

Het voorstel om tot 25% te komen bestaat uit het schrappen van helft van de 25 procent toelage. De zes procent representatiekosten en zes procent vakantietoelage vervallen in zijn geheel. Net als de Statenleden denken de ministers dat ze hun vakantiedagen kunnen inleveren om de 25 procent te halen. In plaats van 24 dagen, willen ze er wel 12 inleveren.

Vakantie

Het moet opnieuw gezegd. Het inleveren van de heft van je vakantiedagen is heel nobel, maar vakantiedagen zijn geen werkgeverslasten. De kosten van vakantiedagen zitten gewoon in het basissalaris. Je wordt immers gewoon doorbetaald tijdens je vakantie.

Tenzij ministers deeltijdwerkers worden en een deel van hun FTE (en dus salaris) opgeven, bespaart de overheid niets op het schrappen van vakantiedagen.

Doorrekenen

Tabel 1 – Links de huidige situatie, rechts de doorrekening van het voorstel van de Staten

Per maand komt het salaris van een minister met emolumenten uit op 17.418,18 gulden (zonder de bijna 4000 gulden aan premies). Dat is op jaarbasis 209.018,16 (zonder premies). Het voorstel van de ministers levert een besparing op van 3.114,93 gulden op maandbasis per minister. Op jaarbasis komt het salaris plus gereduceerde emolumenten uit op 171.639,00 gulden, een besparing 37.379,16 gulden. In procenten is dat 17,88 procent.

Net als bij de Statenleden ontkomen ook de ministers niet aan het korten op het eigen salaris om te kunnen voldoen aan de 25 procents-norm die Nederland verlangt.

Er is overigens afgesproken dat de verlaging van 25% op het totale pakket arbeidsvoorwaarden op jaarbasis van alle ministers ingaat op 1 juli en duurt tot 30 juni 2021 en dat na de evaluatie eind juni 2021 deze met telkens een jaar kan worden verlengd. De basis van de berekening gaat uit van de hoogste salarisschaal voor ambtenaren. 


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven