Wederzijdse verkiezingswaarneming binnen Koninkrijk is zaak van parlementen

De Nederlandse regering voelt zich niet geroepen om structurele wederzijdse verkiezingswaarneming te initiëren voor de vier landen in het Koninkrijk. Dat moeten de parlementen maar zelf doen.

Dat schrijft staatssecretaris Knops in een brief naar de Eerste Kamer, naar aanleiding van de afspraken in het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) begin dit jaar.

Binnen het IPKO werd geen overeenstemming bereikt over een vorm van
structurele verkiezingswaarneming door parlementariërs binnen het Koninkrijk.

Verkiezingswaarneming door onafhankelijke en internationale
organisaties is inmiddels goed gebruik in de vier landen. Een toevoeging van parlementariërs binnen het Koninkrijk aan waarnemingsmissies is een
aangelegenheid van het land waar de verkiezingen worden georganiseerd, schrijft Knops.

Voor invulling van structurele wederzijdse waarneming door parlementariërs ligt het volgens de staatssecretaris in de rede dat de leden van de parlementen van de landen een gezamenlijk en gedragen voorstel doen.

‘Het is niet aan de regeringen van de landen om voor parlementariërs te besluiten of er sprake zou moeten zijn van structurele wederzijdse waarneming door parlementariërs.’


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven