Corona-noodwet gaat ook op Bonaire, Sint Eustatius en Saba gelden

Corona-noodwet geldt ook op Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Den Haag – De noodwet die het kabinet-Rutte wil inzetten voor het nemen van maatregelen om het coronavirus te bestrijden gaat ook gelden op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat benadrukt minister Hugo de Jonge (VWS) vandaag in antwoord op de vragen van de Tweede Kamer.

Zodra de wet in werking treedt worden maatregelen in Caribisch Nederland – net als in Europees Nederland – niet langer via noodverordeningen afgekondigd, maar op grond van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Vanwege de lokale omstandigheden die sterk verschillen van het vasteland worden de maatregelen per eiland uitgewerkt in zogeheten ministeriële regelingen.

Deze zullen, zo zegt De Jonge toe, in nauw overleg met de gezaghebbers worden opgesteld, ‘waarbij de gezaghebbers uiteraard de opvattingen van de eilandsraden meenemen in de besluitvorming’. Over de procedure voor de totstandbrenging van deze ministeriële regeling worden op dit moment bestuurlijke afspraken gemaakt met de gezaghebbers. Die blijven overigens ook na vaststelling van de wet verantwoording schuldig aan de eilandsraden.

De Jonge: ,,Tot op heden is er op de eilanden over het algemeen draagvlak geweest voor de genomen maatregelen. De inwoners beseffen hoe kwetsbaar zij en de gezondheidsvoorzieningen op het eiland en in de regio zijn. Een grootschalige uitbraak op de eilanden kan men zich om die reden niet permitteren.” De minister wijst er op dat in Curaçao, Aruba en Sint Maarten de gezondheidszorg een landsaangelegenheid is en dat de Nederlandse noodwet daar niet van toepassing zal zijn.

Hieronder de vragen en antwoorden:

Vraag) De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het van belang dat ook op Bonaire, Sint Eustatius en Saba rechtszekerheid, proportionaliteit, tijdelijkheid en betrokkenheid van de volksvertegenwoordiging randvoorwaardelijk zijn bij te nemen maatregelen. Hoe vindt verantwoording richting de lokale volksvertegenwoordiging plaats?

Antwoord) Zowel in de huidige situatie als wanneer dit wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking is getreden wordt in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verantwoording afgelegd door de gezaghebber aan de eilandsraad (in Sint Eustatius worden de taken van de gezaghebber momenteel uitgevoerd door een regeringscommissaris). Voor de openbare lichamen zal voortdurend in nauw overleg met de gezaghebbers een ministeriële regeling opgesteld worden, waarbij de gezaghebbers uiteraard de opvattingen van de eilandsraden meenemen in de besluitvorming. Over de procedure voor de totstandbrenging van deze ministeriële regeling worden op dit moment bestuurlijke afspraken gemaakt met de gezaghebbers. Tot op heden is er op de eilanden over het algemeen draagvlak geweest voor de genomen maatregelen. De inwoners beseffen hoe kwetsbaar zij en de gezondheidsvoorzieningen op het eiland en in de regio zijn. Een grootschalige uitbraak op de eilanden kan men zich om die reden niet permitteren.

Vraag) Op welke wijze is hier ook aandacht voor in de communicatie richting de bevolking van Sint Eustatius, waar momenteel geen eilandsraad zitting heeft?

Antwoord) Op Sint Eustatius worden de taken en bevoegdheden van de gezaghebber, het bestuurscollege en de eilandsraad momenteel uitgevoerd door een regeringscommissaris. De regeringscommissaris wordt geadviseerd door een maatschappelijke raad van advies en spreekt regelmatig met de burgers en bedrijven op Sint Eustatius. Ook communiceert hij met de bevolking door middel van wekelijkse radioprogramma’s en via sociale media. Door nauw contact te onderhouden met de bevolking waarborgt de regeringscommissaris het draagvlak voor de maatregelen en legt hij daarover verantwoording af aan de bevolking. Op 21 oktober 2020 kiezen de bewoners van Sint Eustatius een nieuwe eilandsraad. Na de verkiezingen zal de verantwoording weer via de eilandsraad verlopen. 

Vraag: De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de maatregelen die voortvloeien uit dit wetsvoorstel eveneens van toepassing zouden kunnen zijn in Caribisch Nederland. Deze leden vragen de regering duidelijk te maken hoe dat er vervolgens concreet uit zou zien, per eiland. Wie vervult op de eilanden de rol van burgemeester in de bestrijding van de pandemie? Is dat de gezagvoerder? Aan wie legt 78 deze vervolgens democratische verantwoording af? Verder vragen de leden van de CDA-fractie hoe de rol van de voorzitter van de Veiligheidsregio – bijvoorbeeld bij toepassing van artikel 35 Wpg – wordt ingevuld op de eilanden in Caribisch Nederland of bij een bovenregionale dreiging. Zij vragen ook of dit per eiland verschilt.

Antwoord) Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om bij het uitwerken van de tijdelijke maatregelen in ministeriële regelingen onderscheid te maken binnen en tussen gemeenten en met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikel 58e, eerste lid, onder a), opdat rekening kan worden gehouden met de omstandigheden op de onderscheiden eilanden. Omdat de omstandigheden en de noodzakelijke maatregelen in Caribisch Nederland verschillen van die in Europees Nederland, zullen voor de beide delen (een of meer) aparte ministeriële regelingen worden vastgesteld. Voor de totstandbrenging van de ministeriële regeling(en) voor Caribisch Nederland worden op dit moment bestuurlijke afspraken gemaakt met de gezaghebbers met aandacht voor lokale omstandigheden en de noodzakelijke snelheid van handelen.

De rol van burgemeester wordt in de openbare lichamen Bonaire en Saba vervuld door de gezaghebber, die verantwoording aflegt aan de eilandsraad. Op Sint Eustatius oefent de regeringscommissaris alle taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of enige andere wet aan onder meer de gezaghebber zijn opgedragen. Waar hierna wordt gesproken over gezaghebber wordt tevens de regeringscommissaris bedoeld.

In Caribisch Nederland geldt de Veiligheidswet BES in plaats van de Wet veiligheidsregio’s. De structuur met voorzitters van de veiligheidsregio’s zoals neergelegd in de Wet veiligheidsregio’s kent de Veiligheidswet BES niet. De gezaghebber is de voorzitter van zijn eigen ‘veiligheidsregio’, te weten zijn eilandgebied. De bepalingen van de Wpg die in Europees Nederland gelden voor de voorzitters van de veiligheidsregio, gelden in Caribisch Nederland voor de gezaghebbers (artikel 68a, aanhef en onder d, Wpg). Dit houdt in dat de gezaghebber toepassing kan geven aan bijvoorbeeld artikel 35 Wpg over quarantaine. De minister van VWS geeft ook in Caribisch Nederland leiding aan de bestrijding van de epidemie. Op grond van artikel 7 Wpg kan de minister de gezaghebber opdragen hoe de bestrijding ter hand te nemen, waaronder opdrachten tot het toepassen van maatregelen. Anders dan in Europees Nederland heeft de minister geen opdrachten gegeven aan de gezaghebbers, maar is hij met de gezaghebbers in overleg getreden. Op de eilanden zelf is geen sprake van verschillende regio’s. Daar is elk eiland te klein voor.

Vraag) De leden van de D66-fractie vragen hoe de virusbestrijding (juridisch) is geregeld in Caribisch Nederland. Zij begrijpen uit de memorie van toelichting dat in Caribisch Nederland geen structuur van Veiligheidsregio’s geldt, maar vragen hoe de bestrijding van het virus juridisch is vormgegeven.

Antwoord) Hoofdstuk Va geldt ook in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ter uitvoering van hoofdstuk Va worden voor de eilanden een of meer afzonderlijke ministeriële regelingen opgesteld. Ter uitvoering van de wet en de ministeriële regelingen zullen de gezaghebbers net zoals zij tot nu toe hebben gedaan zowel de rol van burgemeester als die van voorzitter van de ‘veiligheidsregio’ (het eilandgebied) vervullen. De gezaghebber is politiek-bestuurlijk en maatschappelijk verantwoordelijk en legt verantwoording af aan de eilandsraad over het door het bestuurscollege gevoegde bestuur (artikel 171 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Het ligt daarom in de rede om op verzoek van de gezaghebber maatregelen te treffen als zij daar aanleiding voor zien.

Vraag) De leden van de D66-fractie vragen de regering dat toe te lichten en daarbij onderscheid te maken tussen de BES-eilanden en Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Deze leden vragen de regering daarbij ook aan te geven op welke punten het systeem afwijkt van dat in Nederland.

Antwoord) De gezondheidszorg en virusbestrijding in Curaçao, Aruba en Sint Maarten is een landsaangelegenheid. Anders dan in Nederland en in de BES is de Wpg dan ook niet van toepassing in Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Dit zal ook gelden voor het nieuwe hoofdstuk Va. Op grond van de onderlinge regeling ‘samenwerking implementatie Internationale Gezondheidsregeling Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten’ uit 2015, wordt onderling samengewerkt. De landen verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden zijn als één partij lid van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het RIVM adviseert de Landen en is het national focal point voor de WHO voor de landen verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden. Curaçao, Aruba en Sint Maarten bepalen zelf hoe zij omgaan met een advies van het RIVM en dragen zelf zorg voor ter zake dienende wetgeving op het gebied van volksgezondheid.

Vraag) Deze leden lezen dat “waar in deze toelichting wordt gesproken over de gemeenten gaat het in de meeste gevallen ook over de openbare lichamen in het Caribische deel van Nederland”. Dat roept bij deze leden de vraag op wat er, als gevolg van dit wetsvoorstel, nu precies verandert voor Caribisch Nederland en op welke punten dat afwijkt van de gevolgen voor Europees Nederland.

Antwoord) Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden op dit moment maatregelen ter bestrijding van de epidemie van het virus vastgesteld via noodverordeningen van de gezaghebbers van de openbare lichamen. Zoals in antwoord 212 is aangegeven, oefent op Sint Eustatius de regeringscommissaris de bevoegdheden uit die aan de gezaghebber zijn opgedragen. Net als voor Europees Nederland is het uitgangspunt dat de maatregelen ter bestrijding van het virus na inwerkingtreding van deze wet niet meer vastgesteld worden via noodverordeningen, maar op grond van bepalingen in hoofdstuk Va Wpg, waarvan de uitwerking plaatsvindt in ministeriële regelingen. Voor Caribisch Nederland zal dan ook dezelfde systematiek van ministeriële regelingen gelden als voor Europees Nederland.

Omdat de omstandigheden in Caribisch Nederland sterk (kunnen) verschillen, is het kabinet voornemens om per openbaar lichaam een aparte ministeriële regeling vast te stellen. Voor de inhoud daarvan wordt, voor zover hoofdstuk Va Wpg daarvoor een basis biedt, aansluiting gezocht bij de maatregelen die al eerder op de eilanden hebben gegolden, zoals een verbod op samenkomsten van meer dan bijvoorbeeld 25 personen of de plicht om hygiënemaatregelen te treffen. Over de totstandbrenging van de ministeriële regelingen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden afspraken gemaakt met de gezaghebbers, om ervoor te zorgen dat naar gelang de actuele situatie en inzichten per eiland snel de nodige maatregelen kunnen worden getroffen.

Vraag) De leden van de GroenLinks-fractie vinden het belangrijk dat de aanpak van het virus in de bijzondere openbare lichamen op een even adequate manier geschiedt als in het Europese deel van Nederland. Uit de memorie van toelichting blijkt voor deze leden nog onvoldoende hoe de mensenrechtelijke waarborgen voldoende worden geborgd nu de regering schrijft dat met de gezaghebbers van de eilanden nog nadere afspraken worden gemaakt. Deelt de regering het standpunt dat de regeling voor Caribisch Nederland niet op essentiële onderdelen moet afwijken van de maatregelen in Europees Nederland en dat bij afwijkingen duidelijk gemotiveerd wordt waarom afgeweken wordt?

Antwoord) De regering onderschrijft het standpunt dat voor Caribisch Nederland in beginsel hetzelfde kader moet gelden als voor Europees Nederland; om die reden is het nieuwe hoofdstuk Va ook in Caribisch Nederland van toepassing. Daarmee zijn dezelfde wettelijke waarborgen van toepassing als in het Europese deel van Nederland, inclusief bijvoorbeeld het voorschrift dat de bij of krachtens hoofdstuk Va toegekende bevoegdheden slechts worden toegepast voor zover die toepassing noodzakelijk is ter bestrijding van de epidemie of een directe dreiging daarvan (artikel 58b, tweede lid, Wpg).

Als er maatregelen getroffen worden die een beperking vormen van grondrechten, vloeien de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit ook voort uit de desbetreffende grondrechtelijke bepalingen. Dit sluit ook aan bij de extra inzet gepleegd om de (ei)landen te ondersteunen en het voorzieningenniveau op te schalen door middel van extra bemensing, IC-apparatuur, covid-medicatie en beschermingsmiddelen. Juist met het oog op een effectieve bestrijding van het virus en de vereiste noodzakelijkheid en proportionaliteit van de maatregelen is het wenselijk dat in Caribisch Nederland andere maatregelen kunnen worden getroffen dan in Europees Nederland. De feitelijke situatie in Caribisch Nederland is namelijk anders dan in Europees Nederland door de afgelegen ligging van de eilanden, de medische beperkingen en de daarmee samenhangende kwetsbaarheid van het zorgsysteem, de kleine omvang van de samenleving en de hechte gemeenschap. Ook de epidemiologische situatie (per eiland zijn slechts enkele besmettingen vastgesteld) verschilt met die van Europees Nederland.

Dit betekent dat de ministeriële regelingen voor de eilanden aan zullen sluiten op de feitelijke situatie per eiland. In de maandelijkse rapportages aan het parlement, en waar nodig in de toelichting bij de ministeriële regeling, zal ingegaan worden op de verschillen tussen de BES-eilanden onderling en tussen de eilanden en Europees Nederland en mogelijk ook tussen regio’s in Europees Nederland.


Lees ook:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven