Mag Sint-Maarten nu wel of niet zelf lenen?

Consternatie alom vorige week, toen de regering Jacobs aankondigde een lening uit te schrijven van 75 miljoen gulden (36 miljoen euro) om de begroting te ondersteunen. Het land staat door de coronacrisis aan de rand van de financiële afgrond en Nederland komt alleen maar met geld over de brug als er aan speciale voorwaarden wordt voldaan, waar Sint-Maarten niet aan wil voldoen. En nu zegt het College financieel toezicht dat Sint Maarten geen obligatielening mag uitschrijven op de lokale kapitaalmarkt, middels een openbiedingsproces.

Opinie | Dick Drayer

Het College reageerde op het voornemen van Sint-Maarten als door een wesp gestoken. In artikel 16 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) zijn de procedure en criteria met betrekking tot het aangaan van leningen vastgelegd. Bepaald is dat voorgenomen leningen moeten zijn opgenomen in een vastgestelde begroting die voldoet aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht. Bovendien mag Sint-Maarten, volgens het College, alleen maar lenen voor kapitaalgoederen.

Niet van toepassing

“Met het aantrekken van genoemde lening van 75 miljoen gulden handelt u in strijd met artikel 16 van de Rijkswet. Er is – voor zover het Cft bekend – geen besluitvorming van de Rijksministerraad waarin is bepaald dat afwijking van de geldende procedures en criteria voor deze voorgenomen lening wordt toegestaan”, aldus Raymond Gradus, voorzitter van het Cft.

Nou daar valt wel wat op af te dingen, vindt in ieder geval Sint Maarten zelf. “Artikel 16 van de Rijkswet financieel toezicht is helemaal niet van toepassing”, zeggen premier Silveria Jacobs en Financiënminister Ardwell Iron van Sint Maarten. Daarin staat dat dat artikel toeziet op kapitaalsinvesteringen. “Maar daar vragen we niet om. Het gaat erom de lopende uitgaven te dekken. De begroting is niet meer sluitend en moet nu aangevuld worden.”

Liquiditeitssteun

Op 27 maart van dit jaar heeft de Rijksministerraad al besloten artikel 25 van de Rijkswet in te zetten. Sint Maarten mag een begrotingstekort hebben in 2020 gelijk aan de in dat jaar toegekende liquiditeitssteun. Anders gezegd: het mag geld lenen ten behoeve van de gewone dienst ten bedrage van de liquiditeitssteun die gegeven gaat worden. Er staat niet bij dat dat geld van Nederland geleend moet worden.

Maar zelfs als zou artikel 16 wel van kracht zijn, dan noch mag Sint-Maarten lenen voor de gewone dienst. Immers, de vorm van liquiditeitssteun van Nederland zorgt al voor het afwijken van de criteria en procedures – toegestaan door inzet van artikel 25 – die gelden ten aanzien van het aangaan van dergelijke leningen.

“Dat is een gegeven”, schrijft Raymond Gradus in bijlage drie van zijn brief op 24 juni. “Immers, artikel 16 van de Rijkswet schrijft voor dat een voorgenomen lening alleen bestemd mag zijn voor kapitaalinvesteringen en is vervat in een vastgestelde begroting die voldoet aan de normen van de Rft. In de huidige omstandigheden kan het land niet aan deze criteria voldoen.”

Sieren

Nog los van het feit of lenen op de lokale markt een financieel verstandige zet is van Sint-Maarten is, zou het zou Nederland in deze sieren om zelf in te schrijven op de open bieding lening van Sint-Maarten. In plaats van de voorwaarden moet dan gewoon vijf procent betaald worden, als doekje voor het bloeden.

Dan kan die over twee jaar gewoon weer geherfinancierd worden tegen 0 procent, zoals gebruikelijk. Tegen die tijd is Sint-Maarten dan wellicht ook akkoord met de coronasteun op lange termijn en heeft niemand het meer over deze lening.


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven