Miljoenen extra voor Aruba en Curaçao na akkoord Nederland

Aruba en Curaçao: miljoenen extra liquiditeitssteun na ondertekenen akkoord Nederland

Aruba en Curaçao krijgen de ruimte om af te wijken van de
wettelijke begrotingsnormen als gevolg van de Covid-19 crisis. Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops aan de Tweede Kamer. Daarnaast krijgen de eilanden miljoenen extra liquiditeitssteun tot eind van dit jaar. Sint-Maarten voldoet nog niet aan de voorwaarden voor de tweede en derde tranche en staat vooralsnog met lege handen.

Nadat Curaçao op 2 november de onderlinge regeling voor de uitvoering van het Landenpakket Curaçao heeft ondertekend en daarmee formeel heeft ingestemd met het aanbod zoals dat door Nederland is gedaan op 10 juli, is een bedrag van 105 miljoen gulden aan liquiditeitssteun verstrekt voor het derde kwartaal van 2020.

Maar uit het advies van het College Financieel toezicht blijkt dat de totale liquiditeitsbehoefte voor de rest van het jaar 286 miljoen gulden bedraagt. De Rijksministerraad heeft dan ook besloten om de resterende 181 miljoen liquiditeitssteun alsnog te verstrekken onder de derde tranche.

Aruba
Het College Aruba financieel toezicht heeft de liquiditeitsbehoefte van Aruba tot en met het einde van het jaar vastgesteld op 209 miljoen florin. Als gevolg van de overeenstemming die Aruba en Nederland hebben bereikt over de derde tranche liquiditeitssteun en het landpakket Aruba, kan Aruba per direct aanspraak maken op dit bedrag.

Sint-Maarten
De liquiditeitsbehoefte van Sint Maarten tot het eind van 2020 komt volgens het College financieel toezicht uit op 61,2 miljoen gulden. Omdat Sint-Maarten nog niet voldoet aan de voorwaarden aan de tweede tranche liquiditeitssteun en nog niet heeft ingestemd met de voorwaarden aan de derde tranche, kan Sint Maarten nog geen aanspraak maken op dit bedrag.

Overigens heeft het College wel geconcludeerd dat Sint-Maarten de afgelopen periode betekenisvolle stappen heeft gezet in de invulling van de voorwaarden aan de tweede tranche liquiditeitssteun. Naar aanleiding daarvan zijn inmiddels gesprekken gestart met Sint-Maarten over de derde tranche en de daaraan gestelde voorwaarden.

Afwijking begrotingsnormen
Op 27 maart al heeft de Rijksministerraad de eilanden Curaçao en Sint-Maarten als gevolg van de pandemie voor het begrotingsjaar 2020 ingestemd met een afwijking van de centrale begrotingsnorm zoals die in de Rijkswet Financieel toezicht is vastgelegd.

Dit betekent dat de landen een tekort op hun begroting voor 2020 mogen presenteren. Voor Aruba is op grond van de Landsverordening Financieel Toezicht ingestemd met een afwijking van het voor Aruba van toepassing zijnde financieringssaldo.

De mate waarin mag worden afgeweken van deze norm alsook van mogelijke andere normen uit de Rijkswet en Landsverordening en het Arubaanse Protocol zou op een later moment worden vastgesteld door de de Rijksministerraad.

Curaçao en Sint-Maarten
Het College adviseert als richtlijn voor zowel Curaçao als voor Sint-Maarten aan te houden dat het toegestane begrotingstekort van het land in 2020 zo groot mag zijn als de in dat jaar toegekende liquiditeitssteun, aangevuld met het saldo aan liquiditeiten van het land dat vóór gebruik van de liquiditeitssteun is aangewend en eventuele binnenlands aangetrokken liquiditeiten die in overeenstemming met de Rijksministerraad ingezet worden voor uitgaven op de gewone dienst.

Op basis van dit uitgangspunt is besloten Curaçao vooralsnog een maximaal
begrotingstekort van 685 miljoen toe te staan voor het gehele jaar 2020. Voor Sint-Maarten geldt vooralsnog een maximaal begrotingstekort van 185,5 miljoen gulden.

Overigens mochten de landen besluiten om geld te lenen op de binnenlandse markt, zoals Aruba onlangs heeft gedaan, dan geldt de Rijkswet en Landsverordening onverkort.

Als de landen hiervan wil afwijken, zal de Rijksministerraad daartoe
nadrukkelijk moeten besluiten.

Aruba
Nu Aruba ervoor heeft gekozen om een deel van de liquiditeitsbehoefte in te vullen met rentedragende obligatieleningen binnen het Koninkrijk, adviseert het College dat het toegestane financieringssaldo van het land in 2020 zo groot mag zijn als de in dat jaar verkregen liquiditeitssteun uit Nederland aangevuld met de extern (lokaal) gefinancierde rentelasten en de leningen door uitgifte van staatsobligaties binnen het Koninkrijk.

Op basis van dat uitgangspunt heeft de Rijksministerraad besloten Aruba vooralsnog een maximaal financieringstekort van 808 miljoen florin toe te staan voor het gehele jaar 2020.


Lees ook:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven