Ongekende economische krimp Curaçao en Sint-Maarten

Ongekende economische krimp Curaçao en Sint-Maarten

De Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten schat dat beide landen een ongekende reële economische krimp hebben gezien in 2020. Die was op Curaçao 20,2 procent, terwijl Sint-Maarten een dramatische terugval van 26,8 procent kende.

In beide landen steeg de inflatie en nam zodoende de koopkracht af. De gemiddelde consumentenprijzen stegen naar schatting met 2,7 procent op Curaçao en 1,2 procent op Sint-Maarten.

Curaçao

De diepe krimp van het reële Bruto Binnenlands Product, dat wat alle inwoners van Curaçao in een jaar verdienen, was het gevolg van een daling van zowel de binnenlandse vraag als de netto buitenlandse vraag.

De daling van de binnenlandse vraag kwam door minder particuliere bestedingen, terwijl de overheidsbestedingen stegen. Vooral de particuliere consumptie nam sterk af door de daling van de koopkracht als gevolg van de verslechterde situatie op de arbeidsmarkt en loonkortingen, gematigd door financiële steun die de overheid aan de meest getroffen groepen in de maatschappij gaf.

De private investeringen namen daarnaast af doordat verschillende bouwprojecten vertraging opliepen of werden uitgesteld wegens de pandemie.

De toename van de overheidsbestedingen werd gedreven door een stijging van de overheidsconsumptie terwijl de investeringen krompen.

De bijdrage van de netto buitenlandse vraag aan het Bruto Binnenlands Product was negatief als gevolg van een scherpe daling van de exporten, gematigd door minder importen.

Uit een sectorale analyse blijkt dat de reële toegevoegde waarde in alle economische sectoren afnam. De daling was echter het sterkst in de sectoren industrie, groot- en kleinhandel, restaurants & hotels, transport, opslag & communicatie en bouw.

De overheidssector droeg daarentegen positief bij aan het reële Bruto Binnenlands Product dankzij de financiële steun uit Nederland die werd verleend aan de meest getroffen groepen in de maatschappij.

Sint-Maarten

Het reële Bruto Binnenlands Product van Sint Maarten nam dramatisch af in 2020 door een sterke afname van zowel de binnenlandse vraag als de netto buitenlandse vraag.

De netto buitenlandse vraag stortte in doordat de forse afname van de exporten de daling van de importen overtrof.

De afname van de binnenlandse vraag kwam door minder particuliere en overheidsbestedingen. De particuliere bestedingen krompen door een daling van de consumptie als gevolg van de lockdown die de mobiliteit en de levering van goederen en diensten beperkte, de verslechterde situatie op de arbeidsmarkt en loonkortingen. Maar de financiële steun van de overheid matigde de daling van de particuliere consumptie.

De private investeringen lieten een lichte stijging zien, vooral als gevolg van de reconstructie van de luchthaven. De afname van de overheidsbestedingen was het gevolg van minder consumptie, in het bijzonder de uitgaven aan lonen & salarissen, gematigd door een lichte toename van de overheidsinvesteringen dankzij de bouw van het nieuwe ziekenhuis.

De sectorale analyse laat zien dat de reële toegevoegde waarde in alle sectoren van de economie, uitgezonderd de utiliteitssector, afnam. De krimp was echter het sterkst in de sector restaurants & hotels.

De overheidssector had daarentegen een positieve bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product, dankzij de Nederlandse financiële steun die de overheid verleende door de pandemie.

Coronacrisis

De pandemie en hieraan gerelateerde preventieve maatregelen hadden ook een zeer negatief effect op de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint-Maarten.

In beide landen nam het tekort op de gewone dienst van de begroting sterk toe in 2020 vergeleken met 2019 als gevolg van een significante daling van de inkomsten gecombineerd met hogere uitgaven.

Vooral de belastinginkomsten namen sterk af wegens de sterke daling van economische activiteiten, terwijl de uitgaven aan overdrachten & subsidies stegen door de financiële steun die de overheden van Curaçao en Sint-Maarten aan de meest getroffen groepen in de maatschappij verleenden.

Door het negatieve effect van de pandemie op de overheidsfinanciën heeft de Rijksministerraad besloten dat Curaçao en Sint-Maarten in 2020 van de begrotingsnormen, zoals vastgesteld in de Rijkswet Financieel Toezicht Curaçao en Sint-Maarten, mogen afwijken.

In het geval van Sint- Maarten betekende dit een verlenging, omdat het land reeds als gevolg van orkaan Irma in 2017 van de normen mocht afwijken. Tegelijkertijd hebben beide landen liquiditeitssteun van Nederland ontvangen om de inkomensderving van de overheid als gevolg van de pandemie te compenseren en om financiële steun aan de meest getroffen groepen in de maatschappij te verlenen.

Aangezien de liquiditeitssteun in de vorm van 2-jarige renteloze bulletleningen werd verschaft, steeg de schuldquote van Curaçao tot ruim 76% en van Sint Maarten tot 54% aan het einde van 2020.

Vooruitzichten 2021

De vooruitzichten voor 2021 zijn omgeven door grote onzekerheden en neerwaartse risico’s. Naar verwachting zal de groei van het reële Bruto Binnenlands Product in zowel Curaçao als Sint Maarten herstellen, hoewel de omvang van het Bruto Binnenlands Product onder het pre-COVID niveau zal blijven.

Uit de meerjarige begrotingen van beide landen blijkt dat op de middellange termijn een significante financieringsbehoefte bestaat om de begrotingen te dekken. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de toenemende tekorten in de gezondheidszorg en de sociale verzekeringen als gevolg van een daling van de premies en een hogere vraag naar uitkeringen door de crisis.

De overheden zullen ook deze tekorten moeten dekken. De schuldquote zal hierdoor nog verder toenemen indien geen hoger groeipad wordt gerealiseerd.

Naast structurele hervormingen die nodig zijn om een aantrekkelijk een concurrerend investeringsklimaat, een efficiënt en doeltreffend overheidsapparaat en houdbare zorg- en sociale-verzekeringsstelsels te bewerkstelligen, is onder de huidige omstandigheden een beleidsprogramma om economisch herstel te stimuleren dringend nodig.

Het programma dient quick-wins te bevatten die meer arbeidsplaatsen in 2021 kunnen genereren. Tegelijkertijd dient het programma een middellange en lange termijn plan te bevatten voor structurele economische veranderingen gericht op duurzame groei, werkgelegenheid en allocatie van middelen.

Het verbreden van de exportbasis, het verminderen van de afhankelijkheid van importen en het verhogen van het aandeel van duurzame energiebronnen zijn belangrijke elementen van deze veranderingsstrategie.

De standvastige en tijdige implementatie van zo een programma zal de transitie van liquiditeitssteun voor de begroting en COVID-19 ondersteuningsmaatregelen naar een sterke en weerbare economie die in staat is de uitdagingen in het post-COVID tijdperk aan te gaan, mogelijk maken.


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven