‘Luchtvervoer naar Saba en Sint Eustatius moet duurzaam worden geborgd’

'Luchtvervoer naar Saba en Sint Eustatius moet duurzaam worden geborgd'

Nederland is voorstander van een openbare dienstverplichting voor luchtvervoer tussen de Bovenwindse eilanden Saba en Sint Eustatius met Sint Maarten. Die verplichting stelt voorwaarden aan de vluchtfrequentie en de ticketprijs. Dat is de uitkomst van een evaluatie over de beleidsdeelneming van de Nederlandse Staat in Winair.

Sinds de staatkundige hervorming van het Koninkrijk in 2010 bezit Nederland 10.000 aandelen in de op Sint Maarten gevestigde luchtvaartmaatschappij Winair. Dat is 7,95 procent. Het overige deel is in handen van het land Sint Maarten.

Voor de staatsherindeling waren de aandelen volledig in handen van het land Nederlandse Antillen. De aandelen zijn gratis verkregen, maar hebben een nominale waarde van 560.000 dollar.

Publiekelijk belang

Beleidsdeelneming in Winair dient het centrale publieke belang, namelijk de bereikbaarheid van de BES. Vervoer moet voldoende frequent plaatsvinden en tickets om van- en naar Caribisch Nederland te vliegen dienen betaalbaar te zijn. Reistijden, wachttijden en overstaptijden zijn in zo’n regime acceptabel.

Maar de invulling van het aandeelhouderschap draagt volgens het rapport niet bij aan een betere borging van het publieke belang. De beleidsdeelneming kan – zodra andere instrumenten om het publieke belang te borgen in werking zijn –worden afgestoten. Dit vraagt een politiek besluit.

Hetzelfde geldt voor de keuze om een openbare dienstverplichting in te zetten, dan wel een ander instrument, aldus de minister aldus de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

De luchtvaart borgt dit belang als modaliteit, . Zij zelf kan ervoor kiezen om in te grijpen in het regime van luchtvervoer dat uitgaat van een overheid op afstand, bijvoorbeeld om marktfalen te corrigeren. Bovendien zijn er publiekrechtelijke instrumenten in te stellen om dit belang efficiënt te borgen.

Openbare Dienstverplichting

Met een openbare dienstverplichting op de routes tussen Sint Maarten en Saba/Sint Eustatius komt er een mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan de hoogte van de ticketprijzen en de frequenties van
de vluchten. Luchtvaartmaatschappijen in het Koninkrijk zouden bovendien kunnen meedingen op de genoemde routes, waarop Winair nu monopoly heeft.

Om een openbare dienstverplichting mogelijk te maken moet er eerst een instellingsgrondslag in de
Luchtvaartwet BES worden opgenomen en er moeten middelen voor worden gealloceerd. De minister zal de Tweede Kamer in het najaar van 2022 kunnen informeren over de uitkomsten van de verkenning naar de openbare dienstverplichting.

Bijdrage

Twee maatregelen die weliswaar het publieke belang op Saba en Sint Eustatius niet structureel zullen borgen, maar mogelijk bijdragen aan verbeterde connectiviteit in de Caribische regio zijn het versoepelen van de vestigingseisen, en het in samenspraak met de overige Koninkrijkslanden onderzoeken of zevende vrijheden in enigerlei vorm in het Koninkrijk soelaas kunnen bieden. De zevende vrijheid is het recht om betalende lading te vervoeren tussen twee vreemde staten zonder de ‘eigen’ staat aan te doen.

Ook kan worden bezien of een openbare dienstverplichting kan bijdragen aan het borgen van andere belangen dan ‘Bereikbaarheid BES’. Zoals het prioritair gebruik van vliegtuigen voor noodhulp, of ziekenvervoer bij crises.

Failliet

Winair is sinds 2010 financieel steeds gezonder geworden, maar leidt onder normale omstandigheden een jaarlijks verlies van een tot twee miljoen dollar op de routes van Sint Maarten naar Saba en Sint Eustatius. Met jaarlijks 30.000 passagiers per eiland is de vraag te laag, zijn de operationele kosten en de route charges te hoog om een rendabele operatie te draaien.

Winair compenseert een deel met de vluchten op Sint Barths. Deze operatie is op zichzelf winstgevend. Maar, het aan de grond laten staan van de vliegtuigen kost meer dan een kleine compensatie zoeken in het bedienen van de door Nederland gewenste routes. Het prijsmechanisme werkt dus niet optimaal.

Orkaan Irma in 2017 en de COVID-19-pandemie hebben de solvabiliteitsratio en het eigen vermogen bovendien sterk in de rode cijfers gedrukt. Zonder steun gaat het bedrijf waarschijnlijk op korte termijn failliet.

Om die reden heeft Nederland in december vorig jaar een hypothecaire lening van drie miljoen dollar verleend aan Winair zodat het bedrijf bedrijfsmatig overeind kan blijven. Daar komt deze maand nog eens anderhalf miljoen dollar bij.

Het ophogen van de hypothecaire lening aan Winair moet volgens de minister worden gezien als een tussenoplossing voor de korte termijn, in afwachting van een instrument waarmee zij de bereikbaarheid op de lange termijn kan borgen.



Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven